Terug in de sluis van Holtenau
Vandaag gaan we terug door de sluis van Holtenau. Daar begon 3 weken geleden eigenlijk de echte vakantie, aan de andere kant van de sluis. De Kielerfjord waar je alle kanten op kunt.
We vertrekken iets voor 8 uur en varen de Schlei uit. Na ons komen meer boten. Het weer is niet heel goed. Het zicht is slecht en de wind komt uit het zuiden, terwijl er west was voorspeld. Dat wordt weer op de motor vandaag. Onze eerste stop is Strande, daar moeten we diesel tanken. We zien onderweg honderden bootjes lekker zeilen. Het zijn van die kleine wedstrijdbootjes. Als we bijna bij Strande zijn, komt er een mooi windje opzetten maar die komt voor ons te laat. We zijn dan bijna bij onze eerste stop.
Na het tanken zien we enorm veel andere boten varen.Het blijkt dat we midden in de Kieler woche zitten. Je moet het zien als Sail in Nederland. Dan doen we toch gewoon even een stukje mee. We hijsen ook voor de optocht de genua. Er staan veel mensen langs de kant te kijken. Ons aandeel in de Kieler Woche, zeg maar. We moeten richting de sluis, waar we 2 uur lang voor hebben moeten dobberen. Wat een tijdverspilling. Het vrachtverkeer kreeg voorrang, anders zouden ze midden in de optocht moeten wachten, wat niet kan.
Als we dan mogen, liggen we met een paar andere zeilbootjes naast 2 grote vrachtboten samen in de sluis. De sluis is altijd even zenuwslopend. Helemaal deze, waar de stootwillen suoer laag moeten zitten en je moet uitkijken dat, als je van de boot moet afspringen, je niet in een open gat valt, waar de vlonders zijn bevestigd. Als wij dan goed liggen, komt er een motorboot naast ons aanleggen. Deze ging helemaal mis en met een enorme harde knal, knallen ze boven op ons, de Zeevink. Hans, en ik natuurlijk ook, schrikt zich een ongeluk en begint gelijk te schelden, domme idioten. De mitarbeider boven op de sluis was erg laat met zijn aanwijzingen. Ook hij krijgt een paar woorden naar zijn hoofd. Hij vraagt aan Hans of er ook waterpolitie moet komen, ja zeggen wij. Dat gaat tie dan regelen. Op het eerste gezicht bestaat de schade uit twee verbogen en beschadigde scepters, waar de zeereling aan vast zit. Ook zitten er krasjes op de groene lak. Ons bootje kan wel wat hebben, wij wat minder.
Verder komt niemand van de andere boten vragen of alles goed is. Teleurstellend vindt Hans dit. Ik moet onder tussen weer naar boven klauteren om de sluis te betalen. Ik blijf het echt raar vinden. Als iedereen de sluis verlaten heeft, komt de waterpolitie met zwaailichten aanzetten. Alles wordt genoteerd en we kunnen na een kwartiertje weer verder. We willen Rensburg halen, dan zijn we voor morgen al aardig op weg. We vertrekken om 16.15 uur.
Tegen half 8 komen we aan en dan hebben we bijna 12 uur gevaren. Wij bakken een ei op de boot en vallen als een blok in slaap, wat een dag.
We vertrekken iets voor 8 uur en varen de Schlei uit. Na ons komen meer boten. Het weer is niet heel goed. Het zicht is slecht en de wind komt uit het zuiden, terwijl er west was voorspeld. Dat wordt weer op de motor vandaag. Onze eerste stop is Strande, daar moeten we diesel tanken. We zien onderweg honderden bootjes lekker zeilen. Het zijn van die kleine wedstrijdbootjes. Als we bijna bij Strande zijn, komt er een mooi windje opzetten maar die komt voor ons te laat. We zijn dan bijna bij onze eerste stop.
Na het tanken zien we enorm veel andere boten varen.Het blijkt dat we midden in de Kieler woche zitten. Je moet het zien als Sail in Nederland. Dan doen we toch gewoon even een stukje mee. We hijsen ook voor de optocht de genua. Er staan veel mensen langs de kant te kijken. Ons aandeel in de Kieler Woche, zeg maar. We moeten richting de sluis, waar we 2 uur lang voor hebben moeten dobberen. Wat een tijdverspilling. Het vrachtverkeer kreeg voorrang, anders zouden ze midden in de optocht moeten wachten, wat niet kan.
Als we dan mogen, liggen we met een paar andere zeilbootjes naast 2 grote vrachtboten samen in de sluis. De sluis is altijd even zenuwslopend. Helemaal deze, waar de stootwillen suoer laag moeten zitten en je moet uitkijken dat, als je van de boot moet afspringen, je niet in een open gat valt, waar de vlonders zijn bevestigd. Als wij dan goed liggen, komt er een motorboot naast ons aanleggen. Deze ging helemaal mis en met een enorme harde knal, knallen ze boven op ons, de Zeevink. Hans, en ik natuurlijk ook, schrikt zich een ongeluk en begint gelijk te schelden, domme idioten. De mitarbeider boven op de sluis was erg laat met zijn aanwijzingen. Ook hij krijgt een paar woorden naar zijn hoofd. Hij vraagt aan Hans of er ook waterpolitie moet komen, ja zeggen wij. Dat gaat tie dan regelen. Op het eerste gezicht bestaat de schade uit twee verbogen en beschadigde scepters, waar de zeereling aan vast zit. Ook zitten er krasjes op de groene lak. Ons bootje kan wel wat hebben, wij wat minder.
Verder komt niemand van de andere boten vragen of alles goed is. Teleurstellend vindt Hans dit. Ik moet onder tussen weer naar boven klauteren om de sluis te betalen. Ik blijf het echt raar vinden. Als iedereen de sluis verlaten heeft, komt de waterpolitie met zwaailichten aanzetten. Alles wordt genoteerd en we kunnen na een kwartiertje weer verder. We willen Rensburg halen, dan zijn we voor morgen al aardig op weg. We vertrekken om 16.15 uur.
Tegen half 8 komen we aan en dan hebben we bijna 12 uur gevaren. Wij bakken een ei op de boot en vallen als een blok in slaap, wat een dag.
Reacties
Een reactie posten