Kaapverdië

"Laying like two lazy dogs"

Tijdens het inkopen van proviand op La Gomera hoor ik steeds stemmetjes in mijn hoofd: niet te veel kopen. Het advies van andere zeilers die al overgestoken zijn. Ik skip producten en neem minder voorraad. Het is namelijk best veel - 100 plakjes kaas bijvoorbeeld - uitgerekend op basis van mijn weekmenu. Als we alle proviand naar tevredenheid opgeborgen hebben, is onze boot klaar voor de oversteek naar Kaapverdië. Zijn wij er klaar voor? Ja! We zijn er mentaal klaar voor en vertrekken op vrijdag rond het middaguur. De nieuwe maan, die ik steeds vroeg in de middag zie, zal ons tijdens de reis steeds meer verlichting in de nacht geven. We worden losgegooid en uitgezwaaid door de zeilboten Savannah en Tarpan.

Vertrek uit La Gomera

De eerste dag en nacht motorzeilen we langs La Gomera en El Hierro. De voorspelde wind blijft weg, maar zo kunnen we rustig aan het ritme van de oceaan wennen. Tijdens ons 0%-borreluur krijgen we een dolfijnenshow te zien. Het is bijna onfatsoenlijk niet te gaan kijken. Zelfs als we aan het koken zijn, leggen we de boel plat om naar de boeg te lopen. Als we de eilanden vroeg in de ochtend passeren, steekt de wind op en gaan we zeilen. 

Elke ochtend na het ontbijt sturen we een mail via onze Iridium Go, die verbinding zoekt met een satelliet. Een verbinding van 3G, dus het zijn korte berichten met platte tekst. We hebben een vraag aan Joop: "Hoi Joop, Fijn dat jullie meedenken, benieuwd hoe de windverwachting er nu uitziet. Toen we vertrokken, leek er dinsdag wind uit SSE te komen. Is dat nog het geval? Wat denk je: recht op mijn waypoint Mindelo afvaren? Of anticiperen op wat mogelijk komt en bijvoorbeeld nu iets te zuid varen om straks meer hoogte te hebben. Ahoi!" Joop adviseert dat we deze koers tot maandag moeten vasthouden en dan westelijk moeten koersen om NW wind op te pikken, 10 tot 15 knopen blijvend.


We beginnen rustig aan

Ons weekmenu houdt me behoorlijk bezig; we zijn de hele dag aan het eten. De zeelucht maakt ons blijkbaar hongerig. Hans is bang dat we de aangekomen kilootjes niet kwijtraken, maar tonnetje rond in Mindelo aankomen. Zelfs zonder brood of koekjes te bakken, of eigen yoghurt of kaas te maken, heb ik het er maar druk mee. Ik snap dat dit bezigheidstherapie is; wat moet je anders doen? En het is natuurlijk nog lekker ook. Een zelfgemaakt broodje uit de oven, alleen die huiselijke geur al... Misschien komt de bakbehoefte nog en haal ik de pakken broodmeel tijdens de oversteek naar Suriname alsnog onder het bed vandaan. Of durf ik niet, bang voor meelkevertjes, die bij hogere temperaturen uit hun eitjes komen. Ze zitten standaard in het meel. Een tip van een ervaren zeilstel: zet het meel in de zon en de kevertjes komen vanzelf naar boven kruipen, of zeef het.

Even uitrusten


De voorspelde wind komt gelukkig, dus zetten we op de tweede dag voltuig en maken we flinke vooruitgang. Overdag proberen we wat slaap in te halen: "Laying like two lazy dogs", hoor ik Sade zingen. Toepasselijk! Meestal lig ik buiten in de kuip en ligt Hans binnen. Ondanks de eentonigheid gaat de dag snel voorbij. We merken kleine dingen nu sneller op. Zo vliegen er steeds vogels rond de boot. Op het eerste oog denken we aan (zee)zwaluwen, die behendig over het water scheren. Ik pak het vogelboekje erbij en zie dat het stormvogeltjes zijn. Blijkbaar vinden zij eten dat voor onze ogen niet te zien is. Een grote libelle komt in het avondlicht op de genuaschoot uitrusten. De schoot beweegt aardig heen en weer, maar ze hebben goede houvast. Wat doet zo’n teer beestje toch hier? In de nacht zien we natuurlijk de sterrenhemel waar iedereen het altijd over heeft en die onbeschrijfelijk mooi is, en het slipspoor achter de boot, dat door algen verlicht wordt. We hebben een drie-uurwachtschema en dat bevalt ons eigenlijk wel.

Er zijn dagen dat we de hele dag bezig zijn met de zeilen te strijken en te hijsen om zo de gang erin te houden. Bij gebrek aan wind en door de hoge deining gaan de zeilen irritant klapperen. Bij weinig wind ontplooien we de gennaker en gaan we zelf ouderwets achter de helmstok staan om zo goede koers te houden. Heerlijk als je voelt dat de wind goed in de gennaker komt en de boot vooruit sleurt. Gelukkig zijn de dagen met weinig wind maar van korte duur. Uiteindelijk krijgen we te maken met de N/O passaat. Het maakt het leven op de boot wel oncomfortabel. De boot voelt soms net als een raceboot. We surfen met hoge snelheid van de hoge golven af en in het dal liggen we bijna stil om daarna weer opgetild te worden. De oceaan raast aan één stuk door en de hoge golven krijgen door de wind schuimkoppen die bruisend neerkomen. In de nacht is het allemaal nog indrukwekkender. De geluiden binnen in de boot houden ons uit onze slaap. De schoten klapperen hard tegen het schip aan en de golven, die tegen de boot aanslaan, brengen ons uit evenwicht. We lijken wel een bejaard zeilstel dat bij elke stap iets moet vastpakken als steun om niet om te vallen. Eten maken eist ook veel meer precisie, energie en tijd. Ik rol mijn antislipmatje uit en leg bijna als een chirurg alle producten die ik ga gebruiken erop. Vooral het opschenken van kokend water blijkt zeer gevaarlijk. Met een paar handschoenen, een plastic schort en laarzen wordt het veiliger. Ik zou soms willen dat de hele boot met antislip behangen was: tafel, vloer, trap en de bank waar wij momenteel op slapen.

Ocean shower. Klik hier voor meer foto's.

De laatste twee dagen houden we de kuip niet meer droog. De golven komen van verschillende kanten naar binnen klotsen. We moeten ter bescherming de schotjes voor de kajuit doen. Het is daardoor ook niet meer zo aantrekkelijk om buiten te zijn. Binnen in de kajuit is het dan beter vertoeven, ondanks het oorverdovende geluid van de oceaan en het tikken, piepen en kraken in de kastjes. Bij elke koersverandering moet ik opnieuw de pannenlapjes en theedoeken gebruiken om het stil te krijgen. Om de 20 minuten gaat er een alarmbelletje. We steken dan ons hoofd naar buiten om te checken of alles oké is. Het zout van de oceaan wordt na verloop van tijd een dingetje. Alles is zout geworden: de boot, de kuip, onze kleding, het bed en de kussens. Een groot nadeel van zout is dat het niet goed droogt. Alles voelt klef aan. We proberen het op te lossen door steeds goed onze handen te wassen en onze schoenen binnen uit te trekken. Ik verlang naar een zoutloos dieet.


De aanloop naar Mindelo. Klik hier voor filmpje.

De laatste twee dagen zijn we bezig uit te rekenen hoe hard of hoe langzaam we moeten varen om niet in het donker aan te komen. We proberen vaart te minderen en de boot in 20 knopen wind in bedwang te houden. We besluiten alleen op de genua verder te gaan tot aan de windtunnel tussen de eilanden, en moeten zien dat we het grootzeil zo netjes mogelijk naar beneden krijgen in de woeste golven. We gaan hoger aan de wind varen om  het grootzeil te kunnen laten zakken. Het trucje werkt! We binden het grootzeil provisorisch op en zakken weer af naar het zuidwesten. Op dag 7 zien we vroeg in de ochtend de eilanden aan de horizon verschijnen. We krijgen nog even te maken met valwinden. In de baai razen ze met meer dan 30 knopen van de bergen af. Gelukkig zijn we gewaarschuwd door Joshua van het Steunpunt Zeilers in Kaapverdië. Het venijn zat hem dus in het puntje van de staart.


We hijsen het gele vlaggetje voor inklaren. Klik hier voor filmpje.

Bij het aanleggen in een bijna lege haven worden we opgewacht door drie Kaapverdianen, die ons goedlachs helpen. Het hele gebeuren hier - het aanmelden in de haven en het inklaren - geeft aan dat we buiten Europa aangekomen zijn. De klok zetten we een uur naar achteren. Deze overtocht, keer twee, staat voor onze reis naar Iles Du Salut of Suriname. We weten nu een beetje wat ons te wachten staat.



We zijn nu echt Europa uit

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical