Ruik je het ?

Borkum - Norderney

“Ruik je het!”, zeg ik tegen Hans. "Wat moet ik ruiken?", vraagt Hans. "Paardenpoep!", antwoord ik terug. We zijn aangekomen op Juist, het paardeneiland. Hier ruik je niet de zilte zee of het wad, maar vooral paardenpoep. Al het vervoer gebeurt hier nog steeds grotendeels met paard en wagen. Het voelt alsof je terug in de tijd gespoeld wordtIk vind het ongelofelijk bijzonder dat ze deze traditie kunnen volhouden. De eilanders zelf zoeven met hoge snelheid - op elektrische fietsen met aanhanger - voorbij. Nou ja, die zijn wél met de tijd meegegaan. Zij halen de bagage op of brengen het weg naar de veerdienst, die alleen met hoogwater vaart.




Het wad bij Juist valt met laagwater helemaal droog. Er rest slechts een heel klein geultje, waar water in blijft staan. Wij willen dan ook met hoogwater aankomen, zodat we makkelijk de jachthaven in kunnen, want ook die valt droog. Het is supergezellig in de jachthaven. Iedereen is in een feeststemming vanwege Hemelvaart. Veel motorbootjes hebben eigen fusten bier mee, de bootjes zijn versierd met vlaggetjes en er wordt muziek gedraaid. Sommige bootjes zijn zo afgeladen vol, dat het lijkt alsof ze zullen zinken. Bij de haven is net twee maanden geleden een cafeetje geopend. Iedereen zit er heerlijk op de grond of op een bankje in de zon een drankje te drinken. In het dorp is livemuziek en het is allemaal superrelaxed.


De geul naar de jachthaven


Wij maken twee grote wandelingen: een naar het westen en een naar het oosten. Het eiland is smal, maar wel 17 kilometer lang, en daarmee het langste eiland van alle Duitse eilanden. Je kunt er eindeloos wandelen over het uitgestrekte strand en er zijn genoeg restaurantjes om ergens iets te drinken of te eten. Wij bemachtigen een tafeltje - wel buiten - bij het Hafenrestaurant, een van de beste restaurants van Juist. De vrouw die ons bedient moet om ons lachen, omdat wij dicht tegen elkaar aan zitten onder een heater, met een dekentje om ons heen. Het uitzicht over het wad is prachtig. We eten heerlijke, in roomboter gebakken vis.

De vrouw is zo vriendelijk om mijn vragen, die ik heb als toerist, te beantwoorden. Op Juist mogen ze alleen maar in de wintermaanden bouwen, ook dit wordt nog steeds met paard en wagen gedaan. De kinderen gaan, als ze 16 jaar zijn, naar een internaat aan de wal. Er is nog geen vergrijzing op Juist en de teller staat nu op 1700 inwoners. Ze hebben 10.000 toeristische bedden, maar er komen maar 100.000 toeristen per jaar. De seizoenen zijn daar nog relatief kort. De paarden worden in de winter naar de wal gebracht omdat ze niet genoeg stallen hebben. We vinden het wel een duur eiland. Wij betalen voor de Zeevalk veertig euro per nacht. Ter vergelijking: op Norderney - het eiland ernaast - betalen we vijfentwintig euro.



Lekker wandelen op het strand

Juist wordt ook wel Toverland genoemd. Het is dan ook eigenlijk één groot attractiepark met als uitgangspunt het eiland autovrij houden. Ik vind het knap, maar het is ook zeker een verdienmodel waar toeristen op afkomen. Ik kom zeker nog een keer terug om te kijken of de paarden dan ingeruild zijn voor elektrische wagentjes.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical