De balg
Norderney - Schiermonnikoog
We blijven één nachtje op Norderney en pikken de noordwestenwind weer op. Hans wil door de Sluchter naar zee, een veel snellere route dan via het Dovetief langs het eiland. De geul staat bekend als onbetrouwbaar, maar wij zagen op de heenreis - onder genot van een Aperol Spritz aan de boulevard van Norderney - steeds werkboten door de Schluchter varen, ook met laag water. Het eerste stuk is aan de wind en we ploeteren ons er doorheen. Als we ons op zee in dieper water bevinden, koersen we west-zuid/west, boven Juist en Borkum langs. Pas ter hoogte van de boeien 5 en 6 op de Westereems koersen we richting het zuiden, sturen we bij boei 4 de Lauwers in en zeilen we vlak langs Rottumerplaat, naar de Eilander Balg.
We merken dat onze digitale kaart niet klopt, dus het is vooral goed kijken. Na de doorbraak onder Simonszand (dat niet meer bestaat) gaat de motor aan. Want kruisen bij laag water en tegen de stroom in, is voor de Zeevalk onbegonnen werk. De zon is inmiddels al aardig aan het zakken en de lucht kleurt fantastisch. We zien één AIS-bootje op de Balg liggen. “Heerlijk rustig nog!”, zeg ik tegen Hans, maar wanneer we aankomen, tel ik minstens twaalf droogvallende boten. Ik grom even binnensmonds, maar dat is natuurlijk onterecht. We varen de Zeevalk vast en gooien bij boei 16 het anker uit. Het schemert en de toplichten van de meeste boten gaan aan. Na een tocht van negen uur proosten we in de kuip op een mooie onverwachte zeilreis naar Noord-Duitsland. En we zijn in twee dagen vanuit Husum naar de eilander Balg gezeild, dat is ook een proost waard!
De volgende ochtend lopen we een stukje langs de wadkant naar het oosten. Het is een prachtige lagune geworden, met hoge zandranden en diepblauw water. Een verborgen parel, vind ik het. Terwijl we terug naar de boot lopen, ziet Hans door zijn verrekijker een ree over het wad lopen, tussen de geankerde bootjes door. Een heel raar gezicht! Ik kan nog net een foto maken en hups, weg was ie weer. Het zijn meestal jonge bokjes, die over komen zwemmen, op zoek naar nieuw gebied met vrouwtjes. Helaas zijn hier geen vrouwtjes, dus zal ie wel weer terug moeten zwemmen.
Bij het volgende laagwater loop ik naar de Noordzeekant. Hans gaat lekker een boekje lezen. Ik kom Wilfred Visser (eilander) tegen, die met zijn Drascombe ook op de Balg ligt. We lopen samen op en struinen de vloedlijn af, die vol met tennisballen en sinaasappelen ligt. De route gaat steeds verder oostwaarts. Ik moet de tijd in de gaten houden, want bij puntje laag water komen mijn ouders en Tanja ons bezoeken. We stappen flink door en wanneer ik bij de Zeevalk ben, zie ik heel in de verte drie figuurtjes aan komen lopen. Gelukkig ben ik op tijd. Ze hebben lekkere koude biertjes meegenomen. Wilfred schuift ook aan, en zo is het supergezellig in de kuip van de Zeevalk. Zodra het water opkomt en het water langzaam naar de boot kruipt, gaat de visite weer huiswaarts. "Tot snel!", roep ik.
De volgende dag gaan we richting Lauwersoog. We proberen met een koers van 180 graden (zuid dus) de oude geul naar de eilander balg op te pikken, die niet meer betont is. Pas als we aan de Lauwersoog-kant zijn, zien we tonnen en zijn we best even opgelucht dat we het gehaald hebben. Eenmaal door de sluis bij Lauwersoog komt het besef dat onze zeilvakantie echt over is. We ontruimen de Zeevalk en halen onze lieve Atlantic Sea Dog Happy op van haar logeeradres. We hebben nog een weekje vrij om te wennen aan het hoogseizoen dat volop begonnen is op Schiermonnikoog. Omschakelen naar het echte leven duurt altijd even, maar eenmaal in boetiek Zouterik komt dat snel terug.
We blijven één nachtje op Norderney en pikken de noordwestenwind weer op. Hans wil door de Sluchter naar zee, een veel snellere route dan via het Dovetief langs het eiland. De geul staat bekend als onbetrouwbaar, maar wij zagen op de heenreis - onder genot van een Aperol Spritz aan de boulevard van Norderney - steeds werkboten door de Schluchter varen, ook met laag water. Het eerste stuk is aan de wind en we ploeteren ons er doorheen. Als we ons op zee in dieper water bevinden, koersen we west-zuid/west, boven Juist en Borkum langs. Pas ter hoogte van de boeien 5 en 6 op de Westereems koersen we richting het zuiden, sturen we bij boei 4 de Lauwers in en zeilen we vlak langs Rottumerplaat, naar de Eilander Balg.
Door de Sluchter
We merken dat onze digitale kaart niet klopt, dus het is vooral goed kijken. Na de doorbraak onder Simonszand (dat niet meer bestaat) gaat de motor aan. Want kruisen bij laag water en tegen de stroom in, is voor de Zeevalk onbegonnen werk. De zon is inmiddels al aardig aan het zakken en de lucht kleurt fantastisch. We zien één AIS-bootje op de Balg liggen. “Heerlijk rustig nog!”, zeg ik tegen Hans, maar wanneer we aankomen, tel ik minstens twaalf droogvallende boten. Ik grom even binnensmonds, maar dat is natuurlijk onterecht. We varen de Zeevalk vast en gooien bij boei 16 het anker uit. Het schemert en de toplichten van de meeste boten gaan aan. Na een tocht van negen uur proosten we in de kuip op een mooie onverwachte zeilreis naar Noord-Duitsland. En we zijn in twee dagen vanuit Husum naar de eilander Balg gezeild, dat is ook een proost waard!
Een reebok op de Balg
De volgende ochtend lopen we een stukje langs de wadkant naar het oosten. Het is een prachtige lagune geworden, met hoge zandranden en diepblauw water. Een verborgen parel, vind ik het. Terwijl we terug naar de boot lopen, ziet Hans door zijn verrekijker een ree over het wad lopen, tussen de geankerde bootjes door. Een heel raar gezicht! Ik kan nog net een foto maken en hups, weg was ie weer. Het zijn meestal jonge bokjes, die over komen zwemmen, op zoek naar nieuw gebied met vrouwtjes. Helaas zijn hier geen vrouwtjes, dus zal ie wel weer terug moeten zwemmen.
De eilander laguna
Bij het volgende laagwater loop ik naar de Noordzeekant. Hans gaat lekker een boekje lezen. Ik kom Wilfred Visser (eilander) tegen, die met zijn Drascombe ook op de Balg ligt. We lopen samen op en struinen de vloedlijn af, die vol met tennisballen en sinaasappelen ligt. De route gaat steeds verder oostwaarts. Ik moet de tijd in de gaten houden, want bij puntje laag water komen mijn ouders en Tanja ons bezoeken. We stappen flink door en wanneer ik bij de Zeevalk ben, zie ik heel in de verte drie figuurtjes aan komen lopen. Gelukkig ben ik op tijd. Ze hebben lekkere koude biertjes meegenomen. Wilfred schuift ook aan, en zo is het supergezellig in de kuip van de Zeevalk. Zodra het water opkomt en het water langzaam naar de boot kruipt, gaat de visite weer huiswaarts. "Tot snel!", roep ik.
De bende van Schier
De volgende dag gaan we richting Lauwersoog. We proberen met een koers van 180 graden (zuid dus) de oude geul naar de eilander balg op te pikken, die niet meer betont is. Pas als we aan de Lauwersoog-kant zijn, zien we tonnen en zijn we best even opgelucht dat we het gehaald hebben. Eenmaal door de sluis bij Lauwersoog komt het besef dat onze zeilvakantie echt over is. We ontruimen de Zeevalk en halen onze lieve Atlantic Sea Dog Happy op van haar logeeradres. We hebben nog een weekje vrij om te wennen aan het hoogseizoen dat volop begonnen is op Schiermonnikoog. Omschakelen naar het echte leven duurt altijd even, maar eenmaal in boetiek Zouterik komt dat snel terug.
Reacties
Een reactie posten