Orwell
15 september
Onstuimig was de nacht wel, maar we hebben redelijk geslapen. Het blijft nog steeds behoorlijk hard waaien. We zouden eerst op tijd vertrekken, zodat we met de stroom mee naar buiten konden, maar het weer liet het niet toe. De buien blijven maar komen en wij wachten rustig af tot we een goed moment hebben. Wij zijn namelijk mooiweerzeilers! Rond 10.00 lijkt het op te klaren en maken we ons los van de mooring, wat een stuk makkelijker is.
Bij de monding van de rivier zien we de witte koppen al op de golven staan. De zee is onstuimig. We willen vandaag naar de rivier Orwell. Jammer genoeg moeten we tegen de wind in varen en tegen de golven in. Even een uurtje volhouden op zee, via het recommended track voor yachts naar binnen en dan kunnen we bij de zuidkardinaal Shotley Spit de rivier op varen. We moeten rekening houden met de grote containerboten die bij Felix Stowe worden geladen en gelost. Als we de industriehaven voorbij zijn, begint de rivier.
Het is een brede rivier met mooie groene oevers en glooiende velden en bossen. Ook hier liggen vele mooie boten aan een mooring. Wij varen er langzaam doorheen en zien uiteindelijk de beroemde pub, Butt@Oyster aan bakboord. Van een afstand te zien lijkt het een ouwe zooi met ingestorte boten aan de kant. Hans is hier ooit 20 jaar geleden ook geweest. Volgens alle boeken die wij hebben gelezen over de Oostkust van Engeland, moet je in deze pub zijn geweest.
Wij gaan dit keer op stand liggen en leggen aan in de Royal Harwich Yacht Club, aan een mooie buitensteiger. We wiebelen allebei op onze benen van de woeste overtocht over zee. Het clubhuis is vrij nieuw en alles ziet er piekfijn uit, zelfs een mooi gemaaid gazon. Wij liggen alleen als gast hier en hebben alle faciliteiten voor onszelf. Dat komt goed uit, want we hebben ons al bijna een week niet gedoucht.
Bij de pub aangekomen, is het er al gezellig druk. Wij gaan in de gelagkamer zitten bij het raam met uitzicht over de rivier. Deze ruimte is nog authentiek. Het bier wordt getapt uit liggende vaten.
Recht tegenover ons zitten twee echte Engelse heren. Ze drinken een donker biertje, wat wij slootwater noemen, en roken een waterpijp. De heren zijn gekleed in een tweed colbert hebben een stropdas om en dragen een pochet. Verder ligt er bij hun een hazewindhond, gekleed in een warmte dekentje. Hun kapsel is allesbehalve hip. Als ze dan ook nog het nette Engels praten, zitten we in een Engelse serie. Het eten is goed en als toetje neem ik Sticky Toffee Pudding met vanille creme, superzoet. Als we om 22.00 buiten staan, moeten we in het donker terug lopen. Zonder zaklantaarn is dit niet te doen. Gelukkig had ik mijn mobiel mee, waar licht opzit. We komen veilig aan.
Het weer zou morgen niet al te best zijn, misschien gaan we wel met de bus naar Ipswich, een havenstadje.
Onstuimig was de nacht wel, maar we hebben redelijk geslapen. Het blijft nog steeds behoorlijk hard waaien. We zouden eerst op tijd vertrekken, zodat we met de stroom mee naar buiten konden, maar het weer liet het niet toe. De buien blijven maar komen en wij wachten rustig af tot we een goed moment hebben. Wij zijn namelijk mooiweerzeilers! Rond 10.00 lijkt het op te klaren en maken we ons los van de mooring, wat een stuk makkelijker is.
Bij de monding van de rivier zien we de witte koppen al op de golven staan. De zee is onstuimig. We willen vandaag naar de rivier Orwell. Jammer genoeg moeten we tegen de wind in varen en tegen de golven in. Even een uurtje volhouden op zee, via het recommended track voor yachts naar binnen en dan kunnen we bij de zuidkardinaal Shotley Spit de rivier op varen. We moeten rekening houden met de grote containerboten die bij Felix Stowe worden geladen en gelost. Als we de industriehaven voorbij zijn, begint de rivier.
Het is een brede rivier met mooie groene oevers en glooiende velden en bossen. Ook hier liggen vele mooie boten aan een mooring. Wij varen er langzaam doorheen en zien uiteindelijk de beroemde pub, Butt@Oyster aan bakboord. Van een afstand te zien lijkt het een ouwe zooi met ingestorte boten aan de kant. Hans is hier ooit 20 jaar geleden ook geweest. Volgens alle boeken die wij hebben gelezen over de Oostkust van Engeland, moet je in deze pub zijn geweest.
Wij gaan dit keer op stand liggen en leggen aan in de Royal Harwich Yacht Club, aan een mooie buitensteiger. We wiebelen allebei op onze benen van de woeste overtocht over zee. Het clubhuis is vrij nieuw en alles ziet er piekfijn uit, zelfs een mooi gemaaid gazon. Wij liggen alleen als gast hier en hebben alle faciliteiten voor onszelf. Dat komt goed uit, want we hebben ons al bijna een week niet gedoucht.
Tegen de avond lopen we over een wandelpad door het bos langs de rivier naar het plaatsje Pin Mill, waar Butt&Oyster is. Deze route die wij nemen is een onderdeel van de Suffolk Coast, een heel netwerk van Public Footpath, dat al eeuwenlang wordt gebruikt.
Bij de pub aangekomen, is het er al gezellig druk. Wij gaan in de gelagkamer zitten bij het raam met uitzicht over de rivier. Deze ruimte is nog authentiek. Het bier wordt getapt uit liggende vaten.
Recht tegenover ons zitten twee echte Engelse heren. Ze drinken een donker biertje, wat wij slootwater noemen, en roken een waterpijp. De heren zijn gekleed in een tweed colbert hebben een stropdas om en dragen een pochet. Verder ligt er bij hun een hazewindhond, gekleed in een warmte dekentje. Hun kapsel is allesbehalve hip. Als ze dan ook nog het nette Engels praten, zitten we in een Engelse serie. Het eten is goed en als toetje neem ik Sticky Toffee Pudding met vanille creme, superzoet. Als we om 22.00 buiten staan, moeten we in het donker terug lopen. Zonder zaklantaarn is dit niet te doen. Gelukkig had ik mijn mobiel mee, waar licht opzit. We komen veilig aan.
Het weer zou morgen niet al te best zijn, misschien gaan we wel met de bus naar Ipswich, een havenstadje.
Reacties
Een reactie posten