Timing is alles!

Barfleur - Cherbourg - Guernsey - Paimpol

“Wat is hier allemaal aan de hand?”, vraag ik aan Hans. We lopen over de kade op weg naar het havenkantoor van Cherbourg en zien enorm veel politie en militairen in vol tenue. We melden ons aan en lopen terug naar de Zeevalk. Ook op alle steigers - waar ook wij aan liggen - wordt gepatrouilleerd. Elk half uur lopen ze voorbij. We zijn heel nieuwsgierig en vragen aan een agent waarom het zo zwaar beveiligd is. Hij vertelt dat president Macron om 14.00 uur een speech komt geven. Vandaar al die ophef! De speech vindt op nog geen 100 meter van de haven plaats. Met een verrekijker kunnen we al iets van de voorbereidingen zien. Naïef als we zijn, willen we daar natuurlijk wel even naar toe, maar al snel worden we door de politie tegengehouden. “Leuk geprobeerd!” zeg ik tegen Hans, en we keren terug naar de Zeevalk. Daar pak ik de verrekijker. “Ja, ik zie hem!” roep ik. De president loopt heel serieus langs de erewacht en begint dan met zijn speech, waar wij natuurlijk niks van kunnen horen.


Onze wandeling rond Point de Hague

Cherbourg is een haven waar je altijd naar terugkeert. Dit is al de vierde keer dat we er zijn. Het is een handige springplank om verder te gaan. We doen boodschappen, wassen wat kleding, poetsen de Zeevalk en onszelf. Na alle klusjes pakken we de bus naar Point de la Hague om lekker te gaan wandelen. We komen langs Port Racine, een van de kleinste havens van Frankrijk. Alleen bootjes van maximaal 5,50 meter lang en 2 meter breed mogen daar in. Vervolgens lopen we verder langs de kust en al snel zien we de Gros du Raz. Deze vuurtoren staat op een klein rotseiland voor Cap de la Hague, de meest noordelijke punt van Normandië. Ook kunnen we vanaf hier de Kanaaleilanden goed zien. 

Hans wil nog een stukje verder lopen naar een haventje waarover hij gelezen heeft, Goury. “Leuk plekje”, zeg ik, maar we besluiten al snel dat dit niet geschikt is voor de Zeevalk. We hebben een ongelofelijk goede timing, want er staat net een bus die naar Cherbourg gaat. “Hopelijk hebben we morgen net zo'n goede timing”, zegt Hans als we in de bus zitten. Morgen gaan we namelijk door de Race van Alderney. Ik heb er zin in. De Race van Alderney, daar kan het onwijs hard stromen. Soms zagen we -  veilig voor anker of in een haven - op de plotter 7 knopen stroom staan. Dit wordt de vierde keer dat we de Race gaan doen en we hebben wel eens 11 knopen gezeild. Lachen toch!

De volgende dag vertrekken we, volgens het boekje, drie uur voor hoogwater bij Cherbourg. Er zit meer west in de wind dan voorspeld was. We moeten dus slagen maken. Het eerste deel van de tocht tot de Alderney Race is ontspannen. Tegen slack (stil water) zijn we bij Cap de la Hague en daar maken we een grote fout. Veel te vroeg duiken we de Race in. Al snel blijkt dat we onvoldoende hoogte hebben om zeilend over bakboord de Little Russel tussen Guernsey en het buureiland Herm aan te lopen. Het gevolg is dat we overstag moeten, maar de slag over stuurboord is bijna tegen de stroom in. Bijna drie uur na de planning komen we na in totaal elf zware uren eindelijk in Saint Peter Port aan. Ik zucht en puf en ook Hans baalt zichtbaar. “Laten we deze tocht maar snel vergeten”, zeg ik, met de toevoeging “maar niet het leermoment” er achteraan.

De drempel bij de haven van Guernsey

Aan een mooring bij Ile de Bréhat

Ook Guernsey is voor ons - en voor vele andere schepen - een springplank om verder te gaan. Ook hier zijn we al vier keer geweest. We blijven niet lang en wachten op een goed windje om naar Noord-Bretagne te gaan. We hebben wel net genoeg tijd om een dagkaart te kopen om met de bus rond te toeren. Je kunt dan overal in- en uitstappen. Superleuk om te doen. Op onze laatste avond gaan we naar de Indiër, aan de haven. Heerlijk gegeten!

Het eerste Bretonse plaatsje waar we heen gaan, is Paimpol. Rond 13.00 uur zeilen we weg - met een volle tank goedkope diesel - samen met nog drie andere Nederlandse zeilboten. We komen na zeven uur zeilen aan op Ile de Brehat, een eiland voor Paimpol. Een prachtig zeiltochtje met een gemiddelde van zes knopen. Hier overnachten wij aan een mooring aan de zuidkant om vervolgens de volgende ochtend naar Paimpol te gaan. Ile de Brehat hebben wij tijdens onze lange zeilreis in 2019 al bezocht. We zijn toen aan de westkant van het eiland drooggevallen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical