Het mailtje

Ile de Chausey - Granville - Ragnéville

Voor de afwisseling gaan we naar Granville, een authentieke kuststad met een rijke geschiedenis. Vanaf Ile de Chausey is het een piepklein stukje zeilen, maar negen mijl. We komen aan met hoog water omdat hier, net als voor vele andere havens in Frankrijk, een drempel voor de haven ligt. We vinden snel een steiger waaraan we kunnen afmeren. Het is nog steeds lekker rustig in de havens, maar het hoogseizoen begint eraan te komen.


De drempel voor de haveningang

De stad lijkt een beetje op Sint Malo, maar dan een stuk minder toeristisch, vinden wij. Je vindt er gezellige terrasjes op straat, leuke winkeltjes en een boulevard met prachtige oude huizen. Het hoger gelegen deel van de stad kijkt uit over de havens. We maken een leuke, afwisselende wandeling die langs de stad en kust loopt en bezoeken het huis van Dior, waar ik aan heerlijke rozen ruik. We drinken koffie op een gezellig pleintje in Haute-Ville - Bar La Rafale - en op onze laatste avond heeft Hans een geweldig Italiaans restaurant uitgezocht, Fama.



Onze wandeling in Granville

We willen op tijd vertrekken, maar de havenmeester zegt dat we pas weg kunnen, wanneer er 1.40 meter op het digitale bord staat. Het liefst zouden wij al bij 1 meter vertrekken. We snappen het niet... Hans gaat op onderzoek en zo komen we erachter, dat de onderwaterdeur opengaat zodra er 1,40 meter water staat. Wat blijkt? Onder water zit op de drempel een soort schot dat wegklapt zodra het water een hoogte van 1,40 meter bereikt. De diepte op de drempel gaat dus ineens van 0 naar 1,40 meter!! Toch maar even wachten dus...

De avond voor vertrek stuurt Hans nog een mailtje naar de lokale bootjesclub in Regnéville. De mail kort samengevat: de Zeevalk komt eraan. Hans hoopt dat er comité staat om ons op te vangen en een plekje te wijzen. Natuurlijk weten we dat dat niet gaat gebeuren.

De volgende dag kijken we naar het digitale bord - het is zwart - maar dat kan nooit lang meer duren. We zien de kleine plezier- en vissersbootjes al heen en weer varen. Dan - poef! - staat er opeens 1.40 meter op het bord. We gooien de trossen los en gaan er heel voorzichtig overheen. Ik zie veel zeilers naar ons kijken vanuit de kuip. "Als dat maar goed gaat", zullen ze wel denken. Wat zij natuurlijk niet weten, is dat wij een ophaalbaar midzwaard hebben. We varen achter de kleine bootjes aan de haven uit. Op naar Regnéville, waar we met hoogwater moeten aankomen.

We zeilen langs de westkust van het schiereiland Cotentin naar het noorden. De kust wordt glooiender en we zien hier veel waddengebiedjes. De westkust van Normandië is prachtig en onderschat vergeleken met Bretagne, vinden wij. Er moet alleen geen harde westenwind staan. Het is niet diep en de kust wordt dan een gevaarlijke lagerwal. 





Droogvallen bij Regnéville


We zeilen vanaf zee de riviermonding - la Sienne - binnen bij het historische plaatsje Regnéville. We turen naar de eerste groene ton. Nadat we die gevonden hebben, zeilen we verder de rivier op. Er liggen veel kleine bootjes aan moorings. Wij proberen zo ver mogelijk door te zeilen en laten het anker in 1,5 meter water zakken, het is dan precies hoog water. Wanneer al het water weggelopen is, zien we pas hoe we liggen en hoe de bodem van de rivier eruit ziet. Altijd weer een spannend moment. We zien veel bootjes schots en scheef liggen, wij liggen relatief recht. De bodem is van zand, maar heel onregelmatig met diepe richels en kuilen. 



Na overleg in dieper water liggen


We gaan op ontdekkingstocht over de enorme zandplaat. De natuur is hier ongelofelijk dynamisch: stranden, duinen, kwelders en zandplaten lopen in elkaar over in een relatief klein gebied. Bij terugkomst staan er twee mannen aan de kant te zwaaien. Hans loopt naar ze toe. Ze hebben Hans' mailtje gelezen en hebben een papiertje geprint met de way-point hoe we hier weg moeten varen. Omdat er nog een enorme diepe geul stroomt, plakken ze het briefje op een bord. Oké, er stond weliswaar geen welkomstcomité op ons te wachten, maar onze mail is wel gelezen. We liggen zover en zo hoog de rivier op, dat het water hier maar met 1 meter stijgt, heel anders dan aan de kust. We vragen ons af of we hier nog wel goed kunnen wegkomen, omdat het tij steeds minder water brengt. Net als we besluiten om aan een mooring in wat dieper water te gaan liggen, komt er een man aan peddelen. Hij heeft het briefje van de lokale mannen meegenomen en zegt dat we aan een witte mooring in de geul moeten gaan liggen, zodat we de volgende dag naar Jersey kunnen vertrekken. Zo gezegd, zo gedaan!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical