Flessenpost Cherbourg - Fécamp

Vissers en likeur

Dit wordt weer een monstertocht van 80 mijl naar Fécamp. Als het even kan, proberen we mijlen in de goede richting te maken. Er zou een mooi windje uit het noorden waaien, maar de wind blijkt toch iets meer uit het noordoosten te komen. Nog voor we de Grande Rade uitvaren, hijsen we het grootzeil met twee riffen erin. Een groepje dolfijnen begeleidt ons, terwijl we de zee op motorzeilen. Ik zie woeste witte kopjes op de golven. De golven zijn klein, maar volgen elkaar snel op. Het is enorm hectisch, maar de Zeevalk werkt zich erdoorheen. We moeten ver de zee op varen om de kardinaal bij Pointe Barfleur te halen. De windvaan houdt slecht koers en heeft moeite met de golven en wisselende windvlagen. Ik zie de bui al hangen en blijf aan de helmstok staan om niet zeeziek te worden. Wanneer ik iets afval, krijgen we de stroom schuin van achteren mee en maken we vorderingen. We rollen de genua erbij en halen één rif uit het grootzeil. Ter hoogte van Pointe Barfleur worden de golven hoger. Er staat hier een gevaarlijke 
getijdenrace. Gelukkig hebben we inmiddels de stroom op de kont mee en halen we 6 tot 7 knopen. We houden eerbiedig afstand van de kaap en blijven ruim oost varen tot Fécamp. Het wordt rustiger en na 4 uur staan, neemt Hans de helmstok over en ga ik even naar binnen om warm te worden. 

Kardinaal bij Pointe Barfleur. Klik hier voor een filmpje

Op de navigatieplotter zien we een AIS-wirwar van vissers. Ze liggen bijna allemaal op één kluitje bij elkaar, midden in de Seine-baai. Wanneer ik weer achter de helmstok sta, gooit een visser zijn netten in mijn koerslijn. Het zijn netten van een paar honderd meter lang met een oranje en een blauwe boei. Ik besluit er maar gewoon over heen te zeilen. Gelukkig gebeurt er niks... Dan naderen we de kluit vissersboten. Ze liggen voor anker. Ook de grote jongens liggen hier te wachten om de haven van Le Havre in te mogen. We zijn nu al dik 10 uur onderweg. De wind is inmiddels weggevallen en we hebben stroom tegen. De motor gaat weer aan. We moeten nog 25 mijl. We doen er langer over dan gedacht en komen dan ook zeker pas midden in de nacht aan.  



De haven ingang van Fécamp

Wanneer het donker wordt, zien we de navigatieverlichting van de schepen in de buurt. Het blijft druk tot aan Fécamp. We naderen de haven vanuit het westen en zien de hele vissersvloot van Fécamp, wel 20 vissersboten, vanuit het noorden in een rechte lijn op volle kracht op de haveningang afstormen. Terwijl wij proberen te ontdekken hoe de ingang loopt, laten we drie vissersboten voorgaan. We voegen in, dat is het makkelijkst. Er staat een sterke dwarsstroom voor de pieren, net als bij Vlieland. We sturen bovenstrooms, voordat we naar binnen draaien. In de haven is inmiddels een file ontstaan van vissers die allemaal door de sluis Berigny willen, en wel zo snel mogelijk. De sluis is alleen rondom hoogwater open. Het is een waar spektakel met lichteffecten en ronkende motoren en we laten oplopende vissers maar weer netjes voorgaan. Nadat alle vissers de sluis door zijn, kunnen we eindelijk afmeren in de Avant Port. Tegen 02.00 uur gaan we tevreden naar bed. 

We liggen klaarwakker in bed en ik vraag aan Hans wat hij nog weet van Fécamp. We waren hier in 2017 en in mei 2019 en konden toen geen havenmeester vinden om havengeld te betalen. Alles was blijkbaar nog dicht en het heeft bij ons geen echte indruk achtergelaten. Pas als we de volgende dag rondlopen, herkennen we bepaalde dingen weer. 

Prachtige krijtrotsen

Fécamp ligt tussen twee flanken van hoge krijtrotsen. Dit authentieke stadje is nog steeds supernautisch en heeft veel geschiedenis. De haven heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld tot de belangrijkste kabeljauwhaven van Frankrijk. We kunnen er eigenlijk niet omheen; je loopt gewoon je neus achterna. We gaan naar Palais Bénédictine, een monument met een bijzondere, uitbundige architectuur. Hier wordt al meer dan een eeuw lang de Bénédictine-likeur gemaakt. Het is allemaal heel geheimzinnig en de formule is 'top secret'. Ze geven een paar specerijen prijs, maar meer komen we niet te weten. Het trekken en distilleren van de kruiden gebeurt in grote vaten van geslagen koper. In de kelder liggen eikenhouten vaten van honderden jaren oud. Hierin rusten en rijpen de verschillende dranken en melanges. Deze opstelling is zo bijzonder, omdat er niks is veranderd. Ze stoken het nog precies zoals de monniken dat deden.

Palais Bénédictine

Na een proeverij, heel handig commercieel bedacht, kopen we twee heerlijke flessen van verschillende leeftijden en smaken. Het verhaal over dit drankje doet me denken aan een film die we recent hebben gezien: Het Parfum. 

Het verhaal van Bénédictine: In 1863 vindt Alexandre Le Grand, wijnhandelaar in Fécamp en groot kunstverzamelaar, een receptenboek van voor de Franse Revolutie. Daarin komt hij de wat raadselachtige elixer van Dom Bernardo Vincelli tegen, een benedictijner monnik uit Venetië, die in de renaissance leefde en een tijd in de Abdij van Fécamp verbleef. Geduldig ontcijfert hij de waardevolle formule, met onder andere mirre, jenever, saffraan en citroenschil. Alexandre le Grand heeft Bénédictine op de wereldmarkt gebracht. Ongeveer 20 jaar geleden hebben zijn nazaten de distilleerderij verkocht aan Bacardi. 

Proeverij 

Fécamp, we zullen je nu niet meer vergeten! De geur van vis en de geheimzinnige smaak van de Bénédictine hebben een onvergetelijke indruk op ons gemaakt.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical