Kater

De kater komt later!

Dieppe is een romantisch toeristisch kustplaatsje. Het heeft een grote havenkom midden in het centrum. Er zijn een heleboel leuke knusse winkeltjes. We blijven hier 1 nacht en gaan dan door naar Fécamp. Hier blijven we 2 nachten liggen om de harde wind uit het noorden die is voorspeld over ons heen te laten gaan.

Fécamp ligt 32 mijl westelijker dan Dieppe. We hebben gezeild met motor als ondersteuning vlak onder de kust door langs de hoge witte kalkstenen krijtrotsen. De verscholen dorpjes in de valleien vallen nauwelijks op. Het zijn meestal slaperige dorpjes waar je hier en daar een grasmaaier of een hond hoort blaffen. Verder zie je geen mens op straat en zijn de huizen goed afgeschermd tegen de buitenwereld. 

Langs de Falaises

De ingang van Fécamp zit verstopt achter een hoge kalkrots. Als je dichterbij komt snap je pas hoe het in elkaar steekt. Het heeft 2 lange pieren die ver in de zee doorlopen, N/W. Wij komen met laagwater binnen en we zijn niet helemaal zeker van de waterdiepte in de haven. Uit voorzorg halen wij het zwaard iets omhoog. Wetend dat we dan iets moeilijker kunnen manoeuvreren mocht dat nodig zijn. We gaan in de voorhaven liggen met kans op deining. De getijdendeur gaat pas laat in de avond open en wij hebben nu al zin in een biertje. We blijven hier 2 dagen en wachten de harde noorden wind af. De touwen moeten hard werken. Ze kreunen, kraken en piepen om de boot in bedwang te houden. Bij opkomend water komt er toch nog aardig wat deining binnen rollen. 

Fécamp. Meer foto's zien!

Wij zijn vroeg in het zeilseizoen begonnen. Dit heeft vele voordelen. De havens zijn lekker leeg en soms is er geen havenmeester te bekennen. Terwijl er echt wel wat te verdienen valt. Er zijn meer vroegzeilers. De sanitairs zijn bijna privé. Maar nu lopen we tegen een nadeel aan. Normaal gesproken ligt er na de sluis van Port en Bassin een drijvende stijger voor gastboten. Wij kijken verbaast om ons heen, waar is de stijger gebleven. Die ligt er nog niet in, zegt Hans. De vissersboten die op ons moesten wachten stormen met hun allen door de sluis, irritante zeilboten. We roepen de sluiswachter nog een keer op, wat te doen is onze vraag. Aan de kade is het antwoord. Wij moeten aan een stenen kale kader gaan liggen. Even nadenken hoe we dit gaan doen. Gelukkig staan er een paar mensen te kijken en helpen even met een lijntje. We brengen al onze stoten naar bakboord om maar niet tegen die harde muur aan te komen. Het is nu 22.00 uur en wij zijn kapot. Als we tevreden zijn met hoe we liggen duiken we naar beneden. We zijn 11 uur onderweg geweest en Hans neemt een aankomst biertje. Ik moet nog even herstellen. 

Port en Bessin. Meer foto's zien!

Port en Bessin is een echt vissersplaatsje. Van zeilbootjes moeten ze eigenlijk nix hebben. De toerist komt hier vooral Sint-Jacobsschelpen eten. Er liggen er duizenden op het strand. Maar wel allemaal leeg. Dit is het topproduct voor de visserij in Laag-Normandië, het is zelfs zo dat ze meer dan de helft van de vissers aan de Atlantische kust in levensonderhoud voorziet. Wij bezoeken een oud kerkje. De kerk is opgesierd met modellen van vissersschepen een herinneringen aan hun overleden of vermiste zeelieden. Het vissersleven is hier nog goed te voelen. 

We blijven hier 1 nacht en gaan dan door naar Cherbourg.