Naar Baskenland

Mer Agitée

Op dag 6 krijgen we het heuglijke nieuws dat ons pakje in het havenkantoor bezorgd is. Onze oren klapperen en onze mond valt open, nu al! Hans gaat er gelijk heen en komt verhit terug. Niet alleen in Nederland is het warm; hier in de stad is het ook 35 graden. Elke boot heeft zo zijn eigen methode om de zon te slim af te zijn: parasolletjes, doeken, paraplu’s vast in de lier,.. Wij gebruiken een zonnetent, die we aan de reling vastmaken. Wat ook helpt, is niet te veel doen. Gewoon rustig blijven zitten of een terrasje met schaduw opzoeken, en die vinden wij natuurlijk: heerlijk onder een grote boom op een plein, waar het lekker rustig is. Zo zijn we die hete dagen redelijk goed doorgekomen.

Op het plein, De La Fourche. Heerlijk in de schaduw. 

Op dag 7 kunnen we eindelijk weer verder. We besluiten tien mijl verder te gaan liggen op het eiland Ile d’Oléron. Dit eiland, en daarna de haven Royan, gebruiken we als springplank naar het zuiden, naar Baskenland. Dit wordt onze eerste lange overtocht van 144 zeemijl. We slaan dus een heleboel mooie dingen over, maar voor je het weet, lig je weer een week te wachten op goede condities. We moeten nu ook goed kijken naar de deining op de Atlantische Oceaan, omdat de meeste haventjes aan de Spaanse Noordkust een ondiepe ingang hebben, waar de zee kan breken. Als dat gebeurt, moet je een plan B hebben.

We liggen twee nachten in Royan. Dit stadje ligt aan de rivier de Gironde, die helemaal doorloopt naar Bordeaux, zo’n 55 mijl. Een rivier met geschiedenis door de Cockleshell Heroes. Deze commando’s gingen in zeekano’s 's nachts de rivier op om bij vijf schepen mijnen te plaatsen. De aanval werd een groot succes, maar dan begint er een klopjacht. Er zijn hierover een boek en een film verschenen. 

Visserhuisjes aan de oever van de Gironde

We zien een gaatje in de weerkaarten; met name de deining neemt af om na het weekend weer toe te nemen door een lage drukgebied op de Atlantische Oceaan. We kunnen dus helaas niet naar Bordeaux en ook een bezichtiging van de beroemde vuurtoren De Cordouan zit er voor nu niet in. Deze Phare ligt acht kilometer verder op een droogvallende zandplaat in de monding van de rivier. Het is een vale, witte toren van 68 meter hoog met een monumentale inrichting. Als je tijd hebt, kun je er zelfs met je eigen boot naartoe. Maar het weer zegt anders; het weer zegt dat we de oversteek moeten gaan maken naar Hendaye. Hans vraagt hier en daar of onze beslissing inderdaad klopt en we krijgen van iedereen een positief antwoord. Er gaat zelfs nog een zeilboot! Dat is altijd een fijn idee.

Ons idee is om aan het begin van de ebstroom de haven uit te varen, zodat we geen stroom tegen hebben. De tocht is 144 zeemijl; dat is 260 kilometer over land. Met een gemiddelde van vijf knopen zouden we er 30 uur over doen. Ik maak een pan macaroni voor twee dagen en verder zet ik twee thermoskannen met heet water klaar. Koekjes, snoepjes en chips zijn sowieso al aanwezig.


Onze derde man aan boord: de windvaan

Het is de dag van de overtocht. We vertrekken om 13.30 uur met bewolking en een spatje regen. De andere boot is al vertrokken, maar is ook ietsje kleiner dan wij. We beginnen met voltuig, maar al snel komt daar een rif in het grootzeil bij. De zee is oververhit en de wind is krachtig met uitschieters van 22 knopen. We hebben een gemiddelde van 7/8 knopen, wat eigenlijk iets te snel is.

Ik blijf buiten staan en Hans probeert binnen wat dutjes te doen. Wat eigenlijk onmogelijk is door het lawaai van de klotsende golven, die tegen de boot breken. Met verbazing kijk ik hoe het geweld op zee zich voltrekt. Verder is er niemand op de oceaan te bekennen. Als de wind nog sterker wordt, plaatsen we een tweede rif in het grootzeil. De boot heeft er plezier in en is niet bang voor wat golven. Soms surfen we hele stukken mee op een golf en dan zijn we net een speedboot.

De haven van Hendaye

Onze derde man aan boord is de windvaan. Die doet ook goed werk en houdt ons met deze harde wind en golven goed op koers. Zonder zou echt niet kunnen. Als onze maag rammelt, bakt Hans de macaroni op. Langzaam wordt het steeds donkerder. Na zonsondergang halen we de genua weg en rollen we de fok uit voor de nacht. Nog steeds gaan we met zes knopen vooruit. Als dit zo doorgaat, zijn we er een stuk eerder dan verwacht. De golven nemen niet af en proberen zelfs de kuip in te rollen. We doen de luiken voor onze kajuit en blijven samen de hele nacht buiten. 

Het is zeker geen relaxte tocht en de nacht is toch nog koud. Tussen de bewolking door zien we een heleboel sterren. De maan laat zich pas in de ochtend zien. Langzaam wordt het licht. De wind is afgenomen, maar de golven niet. De golven hebben nu grip op de boot en dat is een stuk minder aangenaam. Als we nog maar 2,5 knoop gaan, besluiten we de motor erbij te doen. Met wat zoute pringels en een kopje lauwe thee worden we langzaam wakker en zien we in de verte bergen aan de horizon. We komen na 24 uur zeilen aan in een hele andere wereld, in Baskenland.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical