Hendaye

Bijna in tapas-land

We zijn in Baskenland, op een steenworp afstand verwijderd van Spanje. We liggen in de Franse haven Hendaye en worden verwelkomd door wuivende palmbomen en hoge bergen
 aan de horizon. Achter de haven ligt een mooie zeeboulevard met neo-baskische villa’s, daterend uit de 20ste eeuw. Deze badplaats is geliefd onder surfers om de lekkere hoge golven, die op het mooie zandstrand breken.

Het oude centrum ligt tegen een helling, op twee kilometer lopen vanaf de haven. Een mooie wandeling langs de droogvallende baai. Het centrum is levendig met wat winkeltjes en restaurantjes. We gaan na een heerlijke middagdut - even bijslapen - naar het oude centrum en hebben
 na onze verhitte zeetocht ontzettend trek in iets hartigs. We komen terecht in een supergezellige pizzeria, waar alleen maar lokale producten gebruikt worden. Onze trek is zo groot, dat we denken makkelijk twee pizza’s op te kunnen, maar na een halve stoppen we allebei. Onze maag is na één nacht doorvaren al gekrompen, zo lijkt het. We moeten er allebei om lachen.

Tegen de heuvels de Spaanse badplaats, Fuenterrabia

De volgende ochtend regent het en hangen er donkere wolken boven de bergen. Tegen de middag klaart het op en trekken we eropuit. Ik wil naar tapas-land en heb bedacht om lopend naar Spanje te gaan, aan de andere kant van de baai. Dit is misschien al een slecht plan en dan blijkt Hans ook nog eens een slechte dag in navigeren te hebben. Na 2,5 uur lopen,
 door een drukke stad en langs een autoweg, komen we in de Spaanse badplaats, Fuenterrabia, aan. Deze wandeling verdient geen schoonheidsprijs, maar het biertje en de lang verwachte tapas smaken hierdoor extra lekker. We hoppen van café naar café en proeven allerlei verschillende tapas, ook wel pinxtos genoemd. We zitten tussen Spaans sprekende mensen, even wennen. Als wij niets meer op kunnen, nemen we het pontje terug, dat elke 15 minuten heen en weer pendelt. Lopen gaat echt niet meer!

Frans Baskenland is niet heel anders dan Spaans Baskenland. Het is een trots volk, dat in twee verschillende landen woont. Alles wordt, net als in Bretagne, tweetalig vermeld met een eigen vlag, die bij ons al gehesen is. De bouw van de huizen is gelijk en er wordt hier ook al veel Spaans gesproken. Ook de tapasbarretjes hebben over de Franse grens al hun intrede gedaan. Het lijkt erop dat dit allemaal gemoedelijk samengaat. 

Dit was vroeger wel anders. Hendaye was altijd al een belangrijke handelsstad door haar ligging op de grens met Spanje. Er zijn verschillende oorlogen geweest met Spanje en Hendaye is in 1793, tijdens de oorlog van de Pyrenneeën, met de grond gelijkgemaakt. Met de wederopbouw werd er een spoorlijn aangelegd en maakte dit plaatsje een enorme groei door. Nu is het een geliefde vakantiebestemming. 

Het strand achter de haven, met Spanje op de achtergrond 

Op onze tweede volle dag gaan we met de bus één baai terug, naar St.Jean-De-Luz. Vanaf hier willen we naar de top van de berg, La Rhune. Er gaat een smal spoortreintje steil omhoog. Het is een oud houten treintje met rood-witte gordijntjes. We hebben geluk dat het niet bewolkt is. Eenmaal boven aangekomen, hebben we een geweldig uitzicht over de hele kust en de Pyreneeën. Het is boven net 14 graden en er staat een stevig windje.

Terug in het drukke plaatsje St.Jean-De-Luz hebben we nog net een uurtje de tijd om iets te eten en dan de laatste bus terug naar Hendaye te nemen. We kunnen steeds voor één euro per persoon rondreizen. Natuurlijk superleuk om te doen. En zo kun je ook een beetje het binnenland bekijken. 

Het plaatsje St. Jean-De-Luz

Vanaf hier gaan we verder naar het westen, de Spaanse noordkust ontdekken en misschien een paar Spaanse woordjes leren. Adios!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical