Een dubbel gevoel...

Normandië: Somme baai - Fécamp - Port en Bassin - St. Vaast

De wekker gaat. Hans springt uit bed en zet theewater op. “Ik lig nog zo lekker”, zeg ik hardop en gooi langzaam de warme dekens van me af. "We hebben vakantie hoor!", zeg ik er achteraan. Om 05.00 uur in de ochtend zitten we allebei aangekleed aan een kop thee. Hans kijkt nog even op Windy voor de laatste wind-updates. “Kruip maar weer terug in bed. De wind is toegenomen en iets gedraaid", zegt Hans. Dus blazen we het vertrek af en duiken we weer ons bed in, dat gelukkig nog lekker warm is. 


We liggen eigenlijk iets te lang in de Somme-baai, maar we moeten ons nu eenmaal aanpassen aan de natuurelementen. Harde tegenwind houdt ons nu al bijna een week in de haven. Zodra we een weergaatje zien, moeten we die pakken. Eén dag later kunnen we toch vertrekken. We willen verder naar Fécamp, maar eerst moeten we - een dikke tegenstroom en tegenwind trotserend - de baai uit zien te komen. Het is een heksenketel op het water; er lijkt geen einde aan te komen. Ik moet een paar keer diep ademhalen om niet wéér zeeziek te worden. Na twee uur stoeien op zeil en motor bereiken we het Kanaal (dieper water) en kunnen we op de ebstroom naar het zuidwesten zeilen, een tocht van 52 mijl. 



De Somme-baai met laagwater

Na negen uur zeilen komen we aan in Fécamp. Ik denk even terug aan het begin van onze vakantie, toen we van plan waren om in twee nachten door te zeilen naar Fécamp. Uiteindelijk hebben we er tien dagen over gedaan om hier te komen. Zo gaat dat met zeilen; het gaat altijd anders dan je van plan bent. Fécamp betekent voor ons even lekker slapen en de volgende ochtend door naar Port en Bassin, een tocht van 44 mijl. De wind is eindelijk teruggedraaid naar het noorden, dus kunnen we ruim aan de wind zeilen. 



De voorhaven 

De voorhaven van Port-en-Bessin valt droog. Daarom komen wij iets na halftij aan. Onze timing is goed, want we hoeven niet lang te wachten tot de getijdeuren opengaan. We kunnen het ook zien op onze plotter. De vissers komen massaal terug. We laten de vissers voor gaan en sluiten achter in de rij aan. Na de sluisdeuren ligt aan stuurboordkant een drijvende steiger voor gastboten. Tot onze verbazing zien we daar een militair landingsvaartuig liggen. “Kunnen we daaraan afmeren?”, vraag ik aan Hans. "Is dat wel gepast?" "Er is geen andere plek”, zegt Hans. We trekken veel bekijks. 


Aanmeren tegen een landingsvaartuig

Het is D-Day festival in Normandië. Precies 80 jaar geleden kwamen de geallieerden hier aan land. Het wordt groots herdacht en gevierd. Het is net of we een sprong terug in de tijd maken, want iedereen loopt en rijdt hier als militair rond. 's Morgens worden we wakker van de militaire jeeps die langs de kade rijden, toeterend en schreeuwend alsof ze de strijd gewonnen hebben. We moeten het zien als één groot toneelspel en iedereen heeft daarin zo zijn of haar eigen rol. We aanschouwen het met een dubbel gevoel. En met dat dubbele gevoel liggen we ook naast een landingsvaartuig, waarop waarschijnlijk jongens hebben gestaan die het niet gered hebben. De rillingen lopen over ons lijf, brrrr. Gelukkig hebben ze op alle lantarenpalen door heel Port en Bessin foto's opgehangen van de echte helden, die voor onze vrijheid gevochten hebben.





Port-en-Bessin ligt genesteld tussen twee kliffen en is omringd door invasiestranden. Hier leven de mensen al duizend jaar op het ritme van de getijden. Het is een echt vissersplaatsje en daar zijn ze trots op. Je kunt hier dus heerlijk voedsel uit de zee eten. De lokale specialiteit is de Sint-Jacobsschelp, die je trouwens volop op het strand kunt zoeken. Na twee nachten gaan we verder langs Omaha- en Utah-Beach, waar president Zelensky en president Biden en alle andere hotemetoten verwacht worden. Het is één grote happening met veel beveiliging en “echte” militairen op land en op zee. Op zee worden we meerdere keren begroet door laagvliegende D-Day-vliegtuigen. Heel indrukwekkend, alleen al het geluid van de motoren.

V
andaag hebben we een korte tocht naar St. Vaast La Hougue voor de boeg. We kruisen vlak langs militaire oorlogsboten richting het noordwesten. In ondiep water ankeren voor de nacht. St. Vaast is een prima springplank om de volgende dag naar Barfleur te kunnen zeilen.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical