Hitteplan
Hooge - Pellworm
Ons plan is om vanmiddag - precies met hoogwater - te vertrekken uit Hooge, zodat de stroming een stuk minder sterk is. De stroom in deze haven is namelijk berucht. De voorbereidingen zijn klaar; we hebben water getankt, de fietsjes opgeruimd, betaald, iets in het gastenboek geschreven en nog een paar van dit soort vertrekklusjes gedaan. De wind waait nog steeds hard; de windveren in de lucht vertellen dat ook. In de loop van de middag zou ie moeten afnemen. Wanneer Hans en ik bespreken hoe we de Zeevalk los moeten gooien, zie ik wel enige twijfel. Omdat de sluis vanwege een hoogtij weer dichtgaat, moeten we eerder uit de haven vertrekken. Er staat dan nog best veel stroom de haven in en de wind komt schuin van voren. De kans is groot dat we wegwaaien en vast komen te zitten, omdat de geul waarin we liggen erg nauw is. Nadat we besluiten om te blijven, valt er een stuk spanning van Hans' schouders. “We proberen het gewoon morgen of overmorgen weer”, zegt Hans.
Op de dagen die volgen, gaan wederom de sluisdeuren dicht. “We moeten toch een kéértje weg, hoe fijn we het hier ook hebben", zeg ik tegen Hans. Inmiddels liggen er ook andere boten en het zijn - hoe toevallig is dit - dezelfde mensen als negen jaar geleden. Een locale zeiler heeft nog steeds dezelfde handgebreide rode muts op. Ik pak mijn foto’s van negen jaar geleden erbij en toon hem het bewijs. Hij vindt het zelf ook bijna onwerkelijk. “Ben ik dat?”, zegt hij met een grap.
“Vanmiddag gaan we!”, zegt Hans, terwijl de wind nog steeds behoorlijk waait. Inmiddels liggen we hier alweer drie nachten langer dan gepland. We zitten eigenlijk weer in dezelfde situatie als de eerste keer, maar nu zetten we door. De sluiswachter staat klaar om te helpen. We hebben een plan: de wind is sterker dan de stroming, dus we proberen met een achterspring de neus van de Zeevalk door de wind te varen. Hans start de motor, maar die weigert. Mijn gedachten slaan heel even op hol: er moet een monteur komen, onderdelen moeten besteld worden, straks liggen we nóg een week hier!
Blijkbaar is de accu niet genoeg opgeladen om de motor te kunnen starten. Met lange verlengsnoeren leggen we de Zeevalk aan de stroom en gelukkig, na tien minuten opladen start de motor. Haast is geboden, want de sluisdeuren moeten weer dicht. We vervolgen ons plan en komen mooi los van de steiger. Daarna gooi ik alle fenders binnenboord en knoop ik de dinghy achter de Zeevalk, zodat we door de smalle sluis kunnen. Eenmaal buiten op het wad, halen we opgelucht adem. Poeh! Dat was best even spannend.
We gaan voor de nacht aan de zuidoostkant van Hooge voor anker bij Lands Ende, zodat we de volgende ochtend met het vroege tij kunnen oversteken naar Pellworm. Koers: over de zandplaten recht op de bootjes af die we in de verte zien liggen om daarna het anker uit te gooien bij Hoogerfähre aan de noordwestkant van Pellworm. In Nederland hebben ze het over een hitteplan. Ons hitteplan is om lekker buiten op het wad te blijven en verkoeling te zoeken in het water met een zeebriesje. En wat zijn we blij, want het wordt inderdaad erg warm.
Achter de dijk waar we liggen, is een goed restaurant. In de namiddag lopen we er naartoe. Onze voeten kunnen we wassen bij de vele douches die onderaan de dijk staan. Wanneer we teruggaan, is het water bladstil. Dit is weer zo’n momentje... We tuffen met de dinghy het water op en ik probeer de stilte vast te leggen met de camera.
Na de hitte slaat het weer om. Op de weerkaarten zien we regen, onweer en harde wind onze kant opkomen. Na twee nachten verlaten we Pellworm vroeg in de ochtend. We pikken een prikkelstraatje op boven Pellworm langs. Ze zijn lastig te vinden, want vele zijn afgebroken. Vlakbij de diepe geul Norder Hever gaan we voor anker in zeven meter diep water. Hier laten we de ebstroom stromen en proberen dan met het laatste beetje weglopend water naar de geul te zeilen die ons hopelijk met opkomend water naar het authentieke vissersplaatsje Hüsum brengt.
Ons plan is om vanmiddag - precies met hoogwater - te vertrekken uit Hooge, zodat de stroming een stuk minder sterk is. De stroom in deze haven is namelijk berucht. De voorbereidingen zijn klaar; we hebben water getankt, de fietsjes opgeruimd, betaald, iets in het gastenboek geschreven en nog een paar van dit soort vertrekklusjes gedaan. De wind waait nog steeds hard; de windveren in de lucht vertellen dat ook. In de loop van de middag zou ie moeten afnemen. Wanneer Hans en ik bespreken hoe we de Zeevalk los moeten gooien, zie ik wel enige twijfel. Omdat de sluis vanwege een hoogtij weer dichtgaat, moeten we eerder uit de haven vertrekken. Er staat dan nog best veel stroom de haven in en de wind komt schuin van voren. De kans is groot dat we wegwaaien en vast komen te zitten, omdat de geul waarin we liggen erg nauw is. Nadat we besluiten om te blijven, valt er een stuk spanning van Hans' schouders. “We proberen het gewoon morgen of overmorgen weer”, zegt Hans.
Hoogwater in de haven
Op de dagen die volgen, gaan wederom de sluisdeuren dicht. “We moeten toch een kéértje weg, hoe fijn we het hier ook hebben", zeg ik tegen Hans. Inmiddels liggen er ook andere boten en het zijn - hoe toevallig is dit - dezelfde mensen als negen jaar geleden. Een locale zeiler heeft nog steeds dezelfde handgebreide rode muts op. Ik pak mijn foto’s van negen jaar geleden erbij en toon hem het bewijs. Hij vindt het zelf ook bijna onwerkelijk. “Ben ik dat?”, zegt hij met een grap.
Steiger bij Lands Ende
“Vanmiddag gaan we!”, zegt Hans, terwijl de wind nog steeds behoorlijk waait. Inmiddels liggen we hier alweer drie nachten langer dan gepland. We zitten eigenlijk weer in dezelfde situatie als de eerste keer, maar nu zetten we door. De sluiswachter staat klaar om te helpen. We hebben een plan: de wind is sterker dan de stroming, dus we proberen met een achterspring de neus van de Zeevalk door de wind te varen. Hans start de motor, maar die weigert. Mijn gedachten slaan heel even op hol: er moet een monteur komen, onderdelen moeten besteld worden, straks liggen we nóg een week hier!
Blijkbaar is de accu niet genoeg opgeladen om de motor te kunnen starten. Met lange verlengsnoeren leggen we de Zeevalk aan de stroom en gelukkig, na tien minuten opladen start de motor. Haast is geboden, want de sluisdeuren moeten weer dicht. We vervolgen ons plan en komen mooi los van de steiger. Daarna gooi ik alle fenders binnenboord en knoop ik de dinghy achter de Zeevalk, zodat we door de smalle sluis kunnen. Eenmaal buiten op het wad, halen we opgelucht adem. Poeh! Dat was best even spannend.
We gaan voor de nacht aan de zuidoostkant van Hooge voor anker bij Lands Ende, zodat we de volgende ochtend met het vroege tij kunnen oversteken naar Pellworm. Koers: over de zandplaten recht op de bootjes af die we in de verte zien liggen om daarna het anker uit te gooien bij Hoogerfähre aan de noordwestkant van Pellworm. In Nederland hebben ze het over een hitteplan. Ons hitteplan is om lekker buiten op het wad te blijven en verkoeling te zoeken in het water met een zeebriesje. En wat zijn we blij, want het wordt inderdaad erg warm.
Geen zuchtje wind
Verkoeling
Achter de dijk waar we liggen, is een goed restaurant. In de namiddag lopen we er naartoe. Onze voeten kunnen we wassen bij de vele douches die onderaan de dijk staan. Wanneer we teruggaan, is het water bladstil. Dit is weer zo’n momentje... We tuffen met de dinghy het water op en ik probeer de stilte vast te leggen met de camera.
Na de hitte slaat het weer om. Op de weerkaarten zien we regen, onweer en harde wind onze kant opkomen. Na twee nachten verlaten we Pellworm vroeg in de ochtend. We pikken een prikkelstraatje op boven Pellworm langs. Ze zijn lastig te vinden, want vele zijn afgebroken. Vlakbij de diepe geul Norder Hever gaan we voor anker in zeven meter diep water. Hier laten we de ebstroom stromen en proberen dan met het laatste beetje weglopend water naar de geul te zeilen die ons hopelijk met opkomend water naar het authentieke vissersplaatsje Hüsum brengt.
Reacties
Een reactie posten