Suriname deel 2

We gaan weer verder!

Het is inmiddels november. Het weer is herfstig, de kachel is aan en de dagen worden steeds korter. Hans is al een tijdje bezig toestemming te krijgen om terug naar Suriname te vliegen. Officieel is het land dicht; er gaan alleen repatriëringsvluchten. Hierop mogen alleen bijzondere gevallen mee, zoals (hopelijk) wij, de Zeevalkers. Na veel mailtjes, telefoontjes en overleg met Suriname krijgen wij één week voor vertrek toestemming. En dan is er opeens stress. De trechter loopt vol met allerlei dingen die we nog moeten regelen: vliegtickets, een hotel bij Schiphol, een visum en een PCR/COVID-test in Amsterdam. 
Na zes maanden thuis nemen we op onze manier afscheid van vrienden en familie. We vertrekken voor de tweede keer om ons zeilavontuur te vervolgen. Het wordt zeker anders dan vóór COVID, maar we willen graag terug naar de Zeevalk.

Tot ziens, Schiermonnikoog!

We krijgen een lift naar Amsterdam, maar moeten eerst naar de notaris in Dokkum en de rechtbank in Leeuwarden. Het zogenaamde 'ICP' blijkt helaas niet waterdicht te zijn. In het programma Nieuwsuur komen horrorverhalen langs over boten die aan de ketting worden gelegd. Hans heeft daarom, samen met Stan, één dag voor vertrek een eigen Engelstalige verklaring opgesteld over het eigendom van de Zeevalk. Bij de notaris en de rechtbank laten we er zegels en linten op plakken, hoe meer hoe beter! Allemaal voor wat het waard is, maar het ziet er indrukwekkend uit. Dan vervolgen we onze reis naar Amsterdam voor een COVID-test, die we vóór 13.00 uur moeten laten uitvoeren. ’s Avonds krijgen we de uitslag. Het past allemaal precies in het reisschema.

De uitslag van onze COVID-test is negatief, dus mogen we verder reizen. Als we ’s morgens om 06.00 uur aan het ontbijtbuffet zitten, komt Hans erachter dat hij jarig is. Oeps, dat was ik echt even vergeten door alle vertrekstress. Zodra we in Suriname zijn, proosten we, beloof ik. Even later staan we met een mondkapje op in een enorm lange rij. Het inchecken is al vroeg begonnen. Het lijkt wel een volksverhuizing, een en al chaos. Al deze mensen zijn dus, net als wij, 'bijzondere gevallen'. Ze gaan voor langere tijd terug naar familie of naar hun tweede huis. Het is een kleurrijk gezelschap met veel extra bagage en bij de incheckbalie is er dan ook veel oponthoud. Alle documenten moeten worden gecontroleerd, zoals de hotelreservering, het visum en een factuur van de bewaking voor als je thuis in quarantaine gaat, zoals wij. Er is onduidelijkheid over Hans' visum, dat niet op tijd is binnengekomen: "U mag niet mee, meneer Veenendaal". Gelukkig kunnen we het aanvraagnummer laten zien. Even bellen met de manager en dan mogen we gelukkig door. We hebben vertraging en het vliegtuig zit propvol. En wij maar denken dat we bijna de enigen zouden zijn. 

Geland in Suriname

De vlucht duurt negen uur en mondkapjes zijn verplicht. De purser roept voor vertrek om, dat als je daar moeite mee hebt, je het vliegtuig nog kunt verlaten. Er zitten een paar Chinezen aan boord, die een witte overall aan hebben. En dat is niet het enige. Ze dragen een lasbril, daaroverheen een doorzichtige beschermhoes met daaronder weer een mondkapje. Boven op hun hoofd een hoed, waardoor alles hermetisch afgesloten is. O ja, ik vergeet de handschoenen nog. Ze zitten schuin achter mij en ik moet steeds naar ze kijken.

De vertraagde uren op Schiphol halen we met het vliegen weer in. Bij aankomst in Suriname wordt ons gevraagd geduldig te blijven zitten, maar dat is voor veel mensen moeilijk. De meeste mensen staan op en pakken hun bagage tevoorschijn. Opnieuw wordt nadrukkelijk gevraagd te blijven zitten. In groepjes van 20 mensen mogen we het vliegtuig verlaten en n
a een uur zijn wij aan de beurt. Buiten voelen we gelijk de warme deken van Suriname. We sluiten aan bij een lange rij voor een van de geïmproviseerde balies. De documenten voor Suriname worden weer gecheckt en we zetten de klok vier uur terug.

We moeten 10 dagen op de boot blijven en mogen het resort Marina Waterland niet af. De mensen, de brulapen, de luiaard, de vogels, alle geluiden, het is of we niet zijn weggeweest. De boodschappen zijn al gedaan voor ons. Wat een service. De quarantaine is voor ons geen probleem. De boot heeft een uitgebreide schoonmaakbeurt nodig en de zeilen moeten aangeslagen worden. Het probleem met de boom moet verholpen worden en de motor getest. In het begin is het een beetje doorbijten binnen in de boot, omdat het één grote ravage is. Alles wat buiten los zat, hebben we bij ons vertrek gedemonteerd en in de boot opgeborgen.

Na een paar dagen komt er een beetje orde en ruimte en kunnen we binnen weer wat bewegen. Het is vooral ’s morgens klussen en dan de rest van de dag rustig aan doen en muggen verjagen. De kleine regentijd is aangebroken. Het is daardoor ietsjes minder warm, maar toch nog altijd dik 30 graden. Ik merk dat ik iets beter tegen de warmte en de muggen kan dan tijdens mijn eerste bezoek aan Suriname. Ik leer ermee omgaan!

Liggend op de Suriname-rivier

Na twee dagen krijgen we bericht van zeiljacht Choctaw, dat vanaf Kaapverdië is overgestoken. Akko en Liza sturen, zodra ze bij Fort Amsterdam varen, via hun mobiele internet een appje. Ze verlangen naar gezelligheid, een lunch en een luisterend oor. Trots op hun prestatie vieren we de aankomst met een Parbo.

We blijven nog even in Suriname, omdat onze aanvraag voor Tobego nog in behandeling is. Het gaat een bijzonder vaarseizoen worden. Voorafgaand aan elke tocht moeten we checken of we op het volgende eiland welkom zijn en onder welke voorwaarden. Tijdens de borrel met de Choctaw ontstaan plannen om samen de Commewijne- en de Cottica-rivier op te varen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical