Geënterd!

De laatste loodjes...

Op zaterdag 30 mei zijn we met schipper T. uit Suriname vertrokken, na drie maanden veel tijd met elkaar te hebben doorgebracht. We maken een tussenstop op de Azoren. Voordat we hier voet aan wal mogen zetten, moeten we ons op het coronavirus laten testen. Ik heb geen idee hoe ze zo’n test uitvoeren en dat is maar goed ook! Als ik van tevoren had geweten dat ze met een stokje zó ver in je neus wroeten, had ik er niet zo relaxed bij gezeten. De tranen schieten in mijn ogen en ik deins achteruit. "Moet dat zo ver?", vraag ik. Gelukkig worden we allemaal negatief bevonden en kunnen we onze zeebenen eindelijk weer eens lekker strekken. Ook voor onze sea dog Happy is de vaste wal een openbaring, maar plassen in het gras gaat haar een stapje te ver. Liever veilig op de boot. We genieten van het mooie eiland, de mensen en het heerlijke eten. Maar goed, het is geen vakantie; wij hebben een missie. Deze boot moet naar Nederland en dus gaan we na een klein weekje verder met aan boord verse groenten en fruit.

Uitzicht op de vulkaan Pico

Eén week later varen we 100 mijl voor de kust van Engeland, op weg naar Falmouth om water en diesel te tanken. Het is een stille, schitterende avond. Er is weinig tot geen wind en het water is vlak. De avondzon kleurt de lucht met mooie zachte tinten. Er voegt zich een groepje dolfijnen bij ons, die een tijdje met ons meezwemmen. We horen de hoge klanken waarmee ze met elkaar communiceren. Het blijft bijzonder om naar te kijken. Het lijkt een rustige avond en nacht te worden, maar dan worden we plotseling bruut gestoord door geschreeuw en geroep vanuit de kuip: “French customsFrench customs”. We schrikken en snappen eerst niet wat er gebeurt. Een paar tellen later zitten we met ons drieën om 04.00 uur 's morgens in een onderbroek en t-shirtje in de kuip. We zijn geënterd door de Franse douane en staan onder toezicht. De boot wordt van koers veranderd richting Brest in Frankrijk.

Schipper T. moet een formulier ondertekenen en verdwijnt met de douanemensen in de boot. We mogen elkaar de eerste tijd niet zien of spreken. Alle mobiele apparaten en computers worden bij elkaar in een tas gestopt. We hebben acht mensen van de douane aan boord, uitgerust met
 een helm, soldatenboots, revolver, knuppel, microfoontje en kogelvrij vest. Ze doorzoeken de boot van voor naar achteren en van binnen naar buiten. We krijgen wat kleding aangereikt om aan te trekken. Eerst denken we nog dat ze na een uurtje wel weer vertrekken, maar dat is niet zo. Hans en ik, en inmiddels ook scheepshondje Happy, zitten bezorgd buiten in de kuip. Happy is bang en rilt helemaal. In de lucht boven ons zien we een vliegtuig rondcirkelen en op het water worden we rustig achtervolgd door een schip van de kustwacht en een stoere rib (grote rubberboot).

French customs

De kuip is inmiddels een grote ravage geworden. Er liggen tassen, stoere zwarte helmen en gereedschapskisten. Al snel gaan de kogelvrije vesten uit, omdat ze beseffen dat er geen gevaar is. We moeten het allemaal maar rustig laten gebeuren; ze doen ook gewoon hun job. Ik zie schipper T. op de bank zitten; af en toe sluit hij zijn ogen. Hij helpt de douaniers met eigen gereedschap en het beantwoorden van vragen. Het gaat allemaal wel met de Franse slag. De douanemensen zijn erg slordig en chaotisch en spreken gebrekkig Engels, wat ik opmerkelijk vind, gezien hun vak en rol in internationale wateren. Veel goed gereedschap is er niet; dit moet steeds door de rib - die langszij met ons meevaart - bij het moederschip worden opgehaald. Rond 13.00 uur 's middags komt er een nieuw team aan boord. Zij zijn niet zo heftig uitgerust als de leden van het eerste team. Er wordt kort informatie uitgewisseld en dan zitten we met elf mensen van de Franse douane in de kuip. Helaas praten ze te snel voor ons om alles goed te kunnen verstaan.

Buiten in de kuip worden de bakskisten, vier stuks, wel een paar keer gecontroleerd. Alle scheepsspullen die er in zitten, moeten er telkens weer uit gehaald worden. We moeten ons steeds van de stuurboord- naar de bakboordbank verplaatsen om ruimte te maken. Vanaf een afstandje zien we duidelijk, dat ze langs elkaar heen werken. Binnen klinken allerlei geluiden, maar we tasten nog in het duister over wat ze nu precies zoeken. Drugs is de meest logische optie. Van schipper T. horen we later hoe ze de boot van binnen hebben gecheckt. Alles werd opengehaald, kastjes leeggehaald, holle ruimtes gecontroleerd en wat los geschroefd kan worden, is losgeschroefd en gelukkig ook weer vastgedraaid. 

Later die middag boren ze per ongeluk een gat in de romp, op zoek naar dubbele bodems. Ze vragen aan schipper T. een houten plug om het gat te dichten. Er is geen houten plug aan boord, maar wel vindt T. gelukkig een bout met precies dezelfde diameter als het gat dat de Fransen geboord hebben. En zo werd het gat weer waterdicht geschroefd en gelijmd. De douanier schrikt zelf ook van zijn domme actie. Er wordt niets gevonden en dus wordt de zoektocht naar drugs, na veertien uur, gestaakt. Als goedmakertje krijgen we 200 liter diesel. Zo kunnen we onze tocht vervolgen zonder een tussenstop te hoeven maken in Falmouth of Brest.

We besluiten toch onze koers weer naar Engeland te verleggen. Deze route is makkelijker te bezeilen en te navigeren dan die langs de Franse kust. We zijn moe en aangeslagen, maar we moeten door. De oceaan kent geen pauze. De avond valt en we gaan de nacht in. We lossen elkaar om de twee uur af. We speren langs de Engelse kust op weg naar Calais met acht tot soms wel negen knopen en denken zo binnen drie dagen in Nederland te zijn. Ik wil naar huis; het kan me niet snel genoeg gaan. Ik wil vaste grond onder mijn voeten en heb zin om familie en vrienden terug te zien.

Engelse border control

Maar dan worden we na 24 uur opnieuw geënterd, dit keer door de Engelse border control. Is dit toeval? Er komen drie mannen aan boord die de boot naar Portland-Harbour varen. Het zou gaan om een quick check. We meren af tegen een grote bordercontrol-boot. De hele film met de Franse douane zit nog vers in mijn geheugen. Maar deze keer wordt schipper T. meegenomen; hij verdwijnt zonder een woord of een blik. Daar zitten we dan op zeilboot Happy met hondje Happy. Heel langzaam krijgen we wat informatie, maar één ding is zeker: schipper T. komt niet meer terug op de boot. Hier strandt onze lange reis naar Nederland op zeilboot Happy. Wat nu? 

Omdat we zijn afgemeerd in Engeland moet het hondje van schipper T., waar ik al meer dan zes weken voor zorg, drie maanden in quarantaine. Ik kan niet beschrijven hoe erg ik dit vind. Ik ben erg aangeslagen en kan mijn tranen niet bedwingen. Happy kijkt me steeds aan met haar opmerkelijke blik; ze heeft namelijk twee verschillende kleuren ogen waarmee ze iedereen betovert. De Engelsen zijn gelukkig echte hondenliefhebbers en leven zichtbaar met ons mee. Ze maken een gebaar en regelen dat we nog één nacht op de boot mogen slapen, onder toezicht van twee bewakers. Zelfs de kapitein pakt een shift. Ik laat Happy op het bed tussen ons in slapen, wat normaal echt niet mag. Zij is de enige die heerlijk slaapt, maar ze weet ook nog niet wat haar te wachten staat. We adopteren haar en ondertekenen papieren voor haar verblijf met verzorging voor een periode van drie maanden. De volgende dag wordt Happy door de dierenbescherming opgehaald.

De volgende ochtend pakken we al onze privé-spullen bij elkaar - dit onder streng toezicht - en proppen deze in een paar tassen van de Spar op 
Schiermonnikoog. We lijken wel een paar zwervers. Alles wat we meenemen, wordt ook weer gecheckt. We verlaten de boot en moeten afscheid nemen van hondje Happy. Waar we eerst te maken hadden met de Franse slag, worden we nu geconfronteerd met de typisch Engelse stijl. We zijn in een Engelse detective beland, waar we zo graag naar kijken. Maar dan wel liever thuis op de bank met een zak chips! We herkennen alle typetjes die in zo’n serie meespelen. Ze staan druk met elkaar te praten. We bevinden ons in een doodse, grote, lege, verwaarloosde industriehaven. Er worden mensen van verschillende districten ingevlogen en de rij met auto’s langs de kade wordt steeds langer. We zien mensen in witte pakken rondlopen op de boot en de ingang van de pier is afgesloten voor buitenstaanders. 

De haven van Portland

Na een lange dag worden we netjes afgezet in het toeristische plaatsje Weymouth. We vinden gelukkig een superleuke bed & breakfast voor één nacht aan de baai waar we zeilboten voor anker zien liggen. We kopen - net voor sluitingstijd - twee koffers voor onze spullen en regelen onze terugreis met het vliegtuig. De gastvrouw van Leamhotel helpt ons hierbij. Een echte vrolijke, zorgzame dame in een bloemetjesjurk, die ons aanspreekt met dear en darlings

We vliegen moe en voldaan - en helaas ook boos en teleurgesteld over de laatste paar dagen van onze reis - voor een paar maanden naar huis. Maar we zijn vooral supertrots en hebben een hoop mooie herinneringen. Onze terugreis houden we stil; we willen mijn ouders op Schiermonnikoog verrassen, zoals ze dat ook bij ons hebben gedaan op Lanzarote. Het kost wel een paar leugentjes. Zo moest Hans op Schiphol aan mijn moeder vertellen, dat we vlak voor de sluis van het Haringvliet liggen en dat hij geen tijd heeft voor een telefoongesprekje. Grinnekend hangen we op. 

In Amsterdam worden we op donderdag 16 juli door zeilvrienden heerlijk opgevangen en we blijven er een paar dagen logeren en stoom afblazen. Dat lucht lekker op. Zaterdag kunnen we met een vriendin meerijden die naar Lauwersoog gaat. Het is even proppen, maar het past. Aangekomen in Lauwersoog haal ik diep adem en voel ik de heerlijke frisse zeewind om mijn hoofd waaien. De verrassing voor mijn ouders pakt goed uit en we kletsen tot in de late uurtjes bij. Eind dit jaar hopen we weer verder te kunnen, want we zijn natuurlijk pas halverwege onze zeilreis...

Bristol-Amsterdam

Reacties

  1. Wat een bizar einde van deze zeereis.
    Was de man die jullie een goede reis toewenste op de steiger in Sao Vincente Cabo Verde toen jullie vertrokken naar Suriname.
    Groet,
    Leen van der Mark
    Capt.Nedlloyd Lines ( retired)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een ongelofelijk verhaal! Blij dat het voor jullie goed is geëindigd. Zijn jullie uiteindelijk te weten gekomen waarom er zowel door de Fransen als de Engelsen zo fanatiek gezocht is?

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical