De Azoren

Eilandhoppen op de Azoren

De 23 dagen durende tocht over de Atlantische Oceaan zijn we al bijna weer vergeten. We genieten enorm van de Azoren, negen vulkanische eilandjes midden in de oceaan tussen Europa en Amerika in. Het is daarom, dat veel zeezeilers de Azoren aandoen. Even een tussenstop om uit te rusten, te bunkeren en de zeebenen te strekken. We liggen in Faial, van oudsher het mekka voor zeilers. Dat de haven drukbezocht is, blijkt uit de vele kunstwerkjes op de kade; ze komen uit alle windstreken. Sinds kort staat ook Schiermonnikoog ertussen! 

Mijn kunstwerkje

We omarmen het eilandgevoel meteen. Er heerst een heerlijke, ontspannen sfeer tussen de eilandbewoners en toeristen, wij dus! Faial is een klein, vijfhoekig eiland van 21 kilometer lang en 14 km breed. Heel kleurrijk door de vele verschillende mensen die hier komen, de creatieve kunstwerkjes op de kademuur en de blauwe hortensia’s die meters hoog groeien. Mijn ouders komen naar Faial en hebben een huisje gehuurd in Horta, mét wasmachine. Elke morgen lopen we met een grote zak was en verse broodjes naar het huisje, dat op een steile helling ligt. Een echte kuitenbijter!

Het eiland wordt gedomineerd door de meters hoge uitgedoofde vulkaan Cabeco Gordo op 1.043 meter hoogte. De wandeling over de kraterrand is echt fantastisch. De vergezichten bij helder weer zijn prachtig. Rond de Cabeço Gordo zien we een heuvelachtig landschap vol blauwe hortensia's. Aan zee liggen natuurlijke zwembaden, gevormd door lavarotsen. Wanneer we naar het noorden rijden, komen we bij de vuurtoren Punta dos Capelinhos uit. Het gebied rond de vuurtoren is net een maanlandschap. De zeevulkaan Capelinhos kwam in 1957 tot uitbarsting. Daarbij werd een dorpje compleet verwoest en kwam een deel van de vuurtoren onder de lavastroom terecht.



 
Flores

We zijn op Flores neergedaald. Letterlijk, want we hebben een vliegtuig genomen naar dit meest westelijke eiland van de Azoren. Er is hier wel een jachthaven, maar die is in 2019 verwoest door de orkaan Lorenzo. Ze zijn nog steeds bezig met het herstellen van de schade. Anders waren we zeker met de Zeevalk gegaan. 

De haven van Flores

Op Flores wonen 3000 mensen in kleine dorpjes, die verspreid liggen over het eiland. De meeste dorpjes liggen hoog boven de kust. Flores heeft een bergachtige hoogvlakte met een mix van bos, moerasland en een paar afgelegen kratermeren. De flanken zijn steil met diep ingesneden groeven. Watervallen denderen naar beneden en stromen uiteindelijk heel lieflijk in een beekje naar zee. Overal zien we prachtige blauwe hortensia’s. Die gedijen hier goed, o.a. door de vele neerslag die op Flores valt, de meeste neerslag van de hele archipel. 

We hebben een vissershuisje voor vier personen geboekt in Fajã Grande aan de westkust van het eiland. Ons uitzicht is grandioos; we kijken uit op een groene, 400 meter hoge bergwand. Talloze watervallen denderen omlaag. We horen de oceaan 24 uur per dag bulderen tegen de lavarotsen van ons privé natuurzwembad met douche. Helaas hebben we geen auto kunnen bemachtigen, even vergeten dat het hoogseizoen is... De tip om lokale eilanders in te schakelen neem ik serieus en ik vraag aan iedereen of ze nog ergens een afgedankte auto hebben staan. Maar zelfs de stamgasten in het dorpscafé weten geen auto voor ons te vinden. En ze hebben het hele eiland afgebeld! Gelukkig kunnen we vanaf Fajã Grande mooie wandelingen maken. 

Ons huisje met privé natuurzwembad 

Met een geleende auto rijden we over het eiland


Corvo 

We gaan een dagje naar Corvo, het kleinste en noordelijkste eiland van de Azoren, negen zeemijl ten noorden van Flores. Hier wonen meer koeien dan mensen. Met een rib varen we er in een half uur naartoe. We komen aan in het enige dorp op het eiland, Vila Nova. De huizen staan als pinguïns op elkaar gestapeld en kleine steegjes kronkelen door het dorp. De taxi’s staan ons al op te wachten. We nemen geen tijd om bij te komen van de wilde tocht met de rib en laten ons naar boven brengen, tot de krater. We genieten van het uitzicht en wandelen terug naar het dorpje Villa Novo langs meters hoge hortensia’s, akkers en koeien. Heel veel blije koeien met kalfjes. Onderweg redden we (Harm) een kalfje dat in de waterbak is gevallen. Laat in de middag racen we met de rib terug naar Flores. Gelukkig gaat Agnes toch mee terug… We varen langs grotten, watervallen en rotsen aan de noordkust van Flores. De schipper weet precies alle gevaren te ontwijken en laat ons zijn mooiste plekjes zien. 

Een eiland vol hortensia's en blije koeien


Na een week op Flores krijgen we van een restauranteigenaresse toch een auto te leen. Het is de auto van haar moeder: een rode tweedeurs-Toyota. En zo toeren we nog langs vele mooie plekken. Flores is echt een fotogeniek eiland. Het is net of we in de film 'Jurassic Park' lopen. Met een camera vol mooie plaatjes vliegen we terug naar Faial om daar de veerdienst te pakken naar het buureiland Pico.


Pico 

Sinds we op Horta aangekomen zijn, kijken we naar de imposante, slapende vulkaan Ponto da Pico, m
et 2300 meter de hoogste berg van Portugal. Om de top hangen dreigende wolken. We hebben een huis geboekt aan de noordkust in het slaperige plaatsje Arcos. De gestolde lavastroom stroomt letterlijk door onze voortuin de zee in. 'Ons' huis ligt tussen de wijngaarden van de beroemde Verdelho-druif. Een mozaïek van stenen muurtjes, die generaties lang met harde arbeid zijn opgebouwd, beschermen de druiven tegen de harde oceaanwind. Dit bijzondere wijnbouwgebied rondom de vulkaan Pico is UNESCO-werelderfgoed. 

Ons huisje op Pico

Geen enkel ander eiland is zo steil en vulkanisch als Pico. Daarom liggen de dorpen op Pico voornamelijk aan de kust. Vaak zien we dreigende wolken op de vulkaanrug hangen. Uit eigen ervaring kan ik zeggen, dat het dan beter is om niet naar boven te rijden. De mist is zwaar, koud en nat, en het zicht is beperkt. Zo kan er zomaar ineens een koe voor je auto opduiken. Aan de kust is het meestal zonnig. Vanaf hier zien we grote contrasten: de oceaan met haar blauwe water eindigt op het pikzwarte vulkaangesteente, dat overgaat in dicht begroeide planten. De huizen zijn gebouwd uit prachtig zwart natuursteen, vaak gecombineerd met traditionele rode luiken, net als ons vakantiehuis. 

Bijna elk dorp heeft wel een buurtcafé. Wij hebben er in Arcos ook één. Elke dag zitten daar dezelfde mensen op dezelfde plek. Het is leuk om tussen de pratende mannen te zitten. Er wordt soms hard gediscussieerd, gelachen en een biertje gedronken, kleine flesjes van 20 cl. Pico is een ruig, veelzijdig eiland dat zich niet zomaar prijsgeeft. Je moet haar leren kennen. Proosten doen we hier met een heerlijke fles witte wijn, Terras de Lava. Na een maand nemen we afscheid van mijn ouders. Wij gaan terug naar ons leven op de Zeevalk en bereiden ons voor op een zeiltochtje naar Sao Jorge. Mijn ouders vliegen terug naar Nederland. 

       
Pico met in de hoofdrol mooie wijngaarden 


Sao Jorge 

Terug in Faial maken we de Zeevalk klaar voor vertrek naar Sao Jorge. We eten voor de laatste keer bij Tarberna de Pim en drinken bij Peter Sport hun beroemde gin. De warmere kleding ligt gewassen klaar (met dank aan het vakantiehuisje met wasmachine) en een groot deel van de zomerkleding - die inmiddels als poetsdoeken kunnen worden gebruikt - ligt onder het bed. Want ja, we gaan steeds meer richting het noorden, dus we zullen langzaam aan moeten wennen aan frisser weer. We verlaten het vertrouwde Faial, het nautische eiland waar veel zeilers elkaar ontmoeten of elkaar, na wat omzwervingen, weer tegenkomen.

                                
Zeevalk voor anker bij Velas

De zeiltocht naar Sao Jorge is verrassend leuk. We zien zelfs wat dolfijntjes langskomen. Wanneer we het eiland in het vizier krijgen, zien we een langgerekt gebied met bijna loodrechte steile kliffen. De groene heuvels zijn opgedeeld in vlakken, als een patchworkdeken. Hier en daar zien we koeien lopen, maar niet heel veel; die lopen in de zomer op de hoogvlaktes. We ankeren zo diep mogelijk de baai in. De diepte van de baai voor Velas verrast ons een beetje. Het is overal 12-13 meter diep, te diep voor ons. Gelukkig vinden we een ankerplekje in negen meter diep water. Mooi helder water, maar de temperatuur (rond de 19 graden) is niet wat we gewend zijn. Toch springen we erin! 's Avonds staat ons een verrassing te wachten, want wanneer de schemering valt, komen honderden pijlstormvogels vanaf de oceaan op de steile kliffen uitrusten. Ze maken met zijn allen een enorm lawaai. Pas tegen de ochtend houden ze op en vliegen ze terug naar zee. 

Pijlstormvogel

Velas is de hoofdstad van Sao Jorge. De stad ligt in het westen, aan de voet van een steile klif grenzend aan zee. Hoewel het de hoofdstad is, merken we daar niks van. Het heeft een paar leuke restaurantjes, maar is verder superrustig. Ook hier kunnen we, door het hoogseizoen, geen auto meer huren, dus verkennen we het eiland per taxi. We laten ons steeds ergens op het eiland droppen bij een wandelroute. De gesprekken in de taxi verlopen niet erg soepel. De meeste taxichauffeurs zijn oude mannetjes, die geen woord Engels spreken. Helemaal niet erg, het levert vaak juist komische taferelen op. 

Faiãs


Sao Jorge is het eiland van de kaas en de Fajãs. Fajãs zijn ontstaan door landverschuivingen. Op deze landtongen aan de voet van een steile klif liggen slaperige dorpjes. We verbazen ons dat we nooit iemand buiten zien om te genieten van het uitzicht. De boel zit op slot! De huizen staan midden tussen de akkers. Op de vruchtbare grond worden maïs, druiven en koffiebonen geteeld. De hoogvlakte waar de koeien lopen, is bergachtig en ongerept. De wolken vallen hier meestal naar beneden. 


We liggen in de haven van Velas


Na een dikke week halen we het anker op en leggen we aan in de haven van Velas. Er is een harde wind voorspeld en we willen voorbereidingen treffen voor de overtocht naar Frankrijk. Want die zit eraan te komen! We houden het weer goed in de gaten. Zodra het moment daar is, moeten we klaar zijn. De bedoeling is vanaf Graciosa, het noordelijkste eiland, te vertrekken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical