Oeiras

Wie is Lorenzo?

Hans begint haast te krijgen en wil een grote klap maken. We moeten even zien hoe het loopt, maar we willen misschien 
vanaf Povoa de Varzim wel twee nachten doorvaren om naar Oeiras te varen. Een tocht van 185 zeemijl. We verlaten de haven om 10.30 uur en hijsen de zeilen, die we pas in Oeiras weer zullen laten zakken. Het is een prima tocht, die ons veel zelfvertrouwen geeft in het maken van grote tochten. We zijn nautisch goed bezig en lopen vanaf 20.00 uur wacht. Dit betekent drie uurtjes slapen en daarna met een duf hoofd drie uur buiten in de kuip staan. Ik doe dat met muziek op mijn koptelefoon. Koken gaat ook goed: ontbijt, lunch en avondeten. Ik kom er wel achter dat alles wat moeizamer gaat. Helemaal als er deining staat. Alles schuift heen en weer en, voor je het weet, ligt de boel op de grond. Dus antislipmatjes zijn uitermate handig. Binnen slapen is misschien nog wel het moeilijkste. Je ligt niet echt lekker relaxt door het bewegen van de boot en de geluiden in de boot zijn nog iets luider dan buiten. Maar uiteindelijk ben je zo moe, dat slapen wel lukt. 

Al vroeg in de ochtend, het is nog donker, lopen we de haven van Oeiras aan. Het is even zoeken hoe het allemaal zit, maar uiteindelijk zien we de ingang van de haven. We leggen tijdelijk in een box aan en moeten ons echt inhouden om niet om 5.00 uur 's morgens al een aankomstbiertje te gaan drinken. We zijn supertrots op onszelf en duiken heerlijk ons bedje in. De Puff is in Nazaré gestopt. Die zien we waarschijnlijk weer in de Algarve.

De golven slaan over de zeewering heen

We zien op de weerskaarten dat de tropische orkaan Lorenzo voor hoge golven langs de westkust van Portugal gaat zorgen. De voorspelling is dat het 's middags gaat beginnen, dus we zijn net op tijd in de haven. En inderdaad, 's middags, als het hoogwater wordt, horen we het gebulder van de golven tegen de zeewering, waar wij achter liggen. Liggen we hier wel veilig? De boulevard wordt deels afgezet, doordat het water er overheen stroomt. Het hoogtepunt zal rond 19.00 uur 's avonds zijn, wordt gezegd in de marina. Wij nemen, net als vele anderen, een kijkje bij de rand van de zeewering, waar de golven tegenaan breken. Wat een geweld! De hoogste golven zijn zo'n 6 tot 7 meter hoog en rollen deels over de zeewering de haven in. Ze komen steeds met tussenpauzes aan. Wij, en de boot, zijn gelukkig veilig. Alleen die krakende touwen zijn heel irritant.

Klik hier voor het filmpje.

We liggen veilig en dus gaan we twee dagen met de trein naar Lissabon. Lissabon is de grootste stad van Portugal en is gebouwd op zeven heuvels. De stad ligt op een schiereiland aan de rechteroever van de Taag, vlakbij de Atlantische oceaan. Veel straten en pleinen zijn zwart-wit betegeld met kleine vierkante steentjes, calcada. We zien verschillende patronen, symbolen en dieren. De kunst ligt letterlijk onder je voeten. 


We nemen een tuktuk als vervoersmiddel met een lokale gids, chauffeur Leni. Zij is prettig gestoord en vertelt ons veel over de geschiedenis van Lisboa. Lissabon is in 1755 getroffen door een enorme aardbeving. Een groot deel van de stad is hierdoor verwoest. Je ziet dus veel nieuw en oud door elkaar. Leni vertelt dat er een voorspelling is, dat er redelijk snel een nieuwe zal komen. Het epicentrum lag toen in de Atlantische oceaan, zo’n 200 kilometer westzuidwest van Cabo de São Vicente. Dit is een kaap, die wij later als we naar de Algarve gaan, ook zullen ronden.

Als onze tour erop zit, gaan we naar de oudste wijk van Lissabon: Alfama. Deze wijk is tijdens de aardbeving overeind gebleven. Hier is fadomuziek ontstaan, nog steeds de meest gehoorde muziek. Ik zou hier nog wel dagen kunnen rondlopen, maar Hans wil naar de Algarve, vooral voor de veiligere beschutting en het stabielere weer. Dus na drie nachten Oeiras gaan we op weg naar veilige wateren, de Algarve.
De oude wijk Alfama met de mozaïek tegeltjes. Bekijk meer foto's. 


Het zijn pittige stukken, die we in twee dagtochten overbruggen. Pittig door de hoge deining die dwars op het schip staat, en de wind die er soms niet is. We doen twee ankerplekken aan voor de nacht. De eerste is in Sines en de tweede in Sagres, in de Algarve. Beide plaatsen lopen we laat in de avond aan. Overdag zien we regelmatig dolfijnen. Jammer genoeg zwemmen ze niet met ons mee.

Sines is de haven waarvandaan het containerschip MSC vertrokken is; het schip dat begin dit jaar een deel van zijn lading kwijtgeraakt is boven de Waddeneilanden. Het is geen spectaculaire haven en zeker niet te vergelijken met die van Rotterdam. We zien een volgeladen containerschip van 270 meter lang binnenlopen. Inmiddels weet ik nu wat voor een zooi er in zo’n container zit.

Sagres ligt net achter Cabo de São Vicente. De hele avond is er geen wind en dus zijn we aan het motorzeilen. We nemen een klein risico door iets dichter langs de kaap te varen en dan stilletjes voorbij te gaan. Maar daar dacht São Vicente toch anders over. Nadat we de kaap hebben gerond, krijgen we windstoten van bijna 30 knopen om onze oren. Gelukkig is de wind schuin van achteren en racen we letterlijk de baai van Sagres in. We zien in het donker een paar toplichten van andere zeilboten en dat is altijd een prettig idee. We hadden zo onze bedenkingen over deze ankerplek, maar de hoge kliffen die naar het zuiden de zee inlopen, geven ons genoeg beschutting. En de boot ligt heerlijk rustig. 

We zijn in de Algarve! En dat vieren we de volgende ochtend met een plons in het koude oceaanwater.

De baai van Sagres

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ons plan

De trossen zijn los!

Retteketet neemt sabbatical